Voor aflevering 1, zie hier, of kijk in het lijstje met onderwerpen rechts van dit blog bij "verhaal", daar staan alle afleveringen verzameld.
----//----
Verhaal, aflevering 2
Hij dronk de koffie te gulzig, en het zwarte goedje brandde in zijn keel. Zijn handen trilden licht. Hij liet de gebeurtenissen van de vorige dag nog eens de revue passeren.
's Ochtends tien voor zeven. Hij was al vrij laat, maar als hij zich haastte dan kon hij nog op tijd komen bij zijn collega's van de carpool. Hij stapte in de auto en startte de motor. Om tijd te sparen besloot hij, zoals hij wel vaker deed, niet vanaf de parkeerplaats rechtdoor te rijden en de omweg om het huizenblok te nemen, maar de auto te keren. De straat in de Amsterdamse binnenstad was erg smal, maar hij wist dat het met twee keer heen en weer steken ging. Toen hij de auto net van de parkeerplaats had gedraaid om de eerste keer achteruit te steken, zag hij in de zijspiegel een auto de de hoek om komen, zijn straat in. Als hij snel genoeg was, dan zou hij de manoeuvre redden zonder dat de andere chauffeur moest wachten. Helaas, de koude motor die al een dagje ouder was, sloeg af. Met veel gas en slippende koppeling, al enigszins opgewonden, draaide hij de auto verder heen en weer. Groot was zijn verbazing toen hij merkte dat op het moment dat hij de auto zo ver gedraaid had dat hij eigenlijk de goede kant op kon rijden, de andere chauffeur hem zo dicht genaderd was, dat de weg geblokkeerd was. Langzaam drong het tot hem door dat deze autorijder met opzet zover was doorgereden en zijn wagen midden op de straat gepositioneerd had, om hem te dwingen terug te rijden en plaats te maken.
Van uit zijn maag borrelden de woede-prikkels langzaam omhoog en bereikten zijn onderarmen, die licht begonnen te tintelen. Hij probeerde met de kracht van zijn wil deze impulsen te onderdrukken en zijn lichaam onder controle te houden. Hij telde tot drie, verzamelde zijn gedachten en stapte uit.
Hij: "Goede morgen."
Man in de andere auto (M.a.a.): "Goede morgen."
Hij: "Als U een paar meter terug rijdt, dan kan ik er langs en dan kunnen we allebei verder."
M.a.a.: "Ik denk er niet aan. U had op mij moeten wachten met keren totdat ik voorbij ben. Ik heb voorrang".
Hij: "Dat klopt niet helemaal. Ik was al aan het keren toen u de straat in kwam. En toen bent u expres zover doorgereden, dat ik niet meer weg kom."
M.a.a.: "Dan had u maar moeten wachten. Ik ga hier niet weg."
Hij: "U hoeft werkelijk alleen maar twee of drie meter terug, en dan is er niets aan de hand. Ik kan niet zo makkelijk terug, dan moet ik weer helemaal heen en weer."
M.a.a.: "..." Schudt nog eens van nee.
Hij liep terug naar zijn auto en riep: "Dan blijf ik hier staan, ik heb de tijd.", wat zoals we weten een lege bluf was, want hij had helemaal geen tijd meer.
Ongeveer een halve minuut hield hij het vol in de auto te zitten, toen stapte hij weer uit en liep naar zijn tegenstander. De tegenstander was een man van ongeveer vijftig jaar, een burgerlijk type met een zonnebril en een Telegraaf-krant op zijn dasboard. Naast hem zat zijn vrouw. De conversatie zakte langzaam af van het beleefde niveau naar een scheldpartij over en weer, en onze hoofdpersoon voelde dat de door de woede geinduceerde adrenaline-stromen in zijn lichaam zich steeds slechter lieten beheersen. In de loop van het 'gesprek' stapte de vrouw uit, zij wilde er niet langer bij zijn, en liep de straat uit. Hij kon zich nog in zoverre beheersen dat hij de opgestouwde woede niet direkt aan zijn tegenstander uitliet, daar voor in de plaats liep hij naar de voorkant van diens auto en stelde zich voor hoe hij een loeiharde vuistslag op de motorkap plaatste. Hij moest hier weg zonder een nederlaag te lijden, het maakte niet hoe. Toen realiseerde hij zich dat er naast de weg, via de stoep misschien nog genoeg ruimte was. Hij besloot het erop te wagen, en reed met veel gas over de stoep rakelings langs de andere auto. Het bleek te passen.
Wordt vervolgd.
Een aardig kijkje in de psyche van de man. Ik heb deze situatie een keer in het echt meegemaakt. Een buurman van mij (een eikel) en de vader van een vriendje van mijn zoon (ook een eikel) hebben anderhalf uur het verkeer in mijn woonplaatsje lamgelegd. Ik ben maar achteruit gereden en heb de enige andere uitweg genomen. Nooit de moed gehad om bij een van beide te informeren wie gewonnen heeft. Eikels schitteren niet door zelfinzicht en humor, eikels zijn doffe boomvruchten...
BeantwoordenVerwijderenAnderhalf uur, wow. Ik heb eens een advocaat gevraagd wat je nou het beste kunt doen in zo'n situatie. "Gewoon afwachten. Zelf pak ik in zo een situatie demonstratief de krant en ga zitten lezen."
BeantwoordenVerwijderenAan de ene kant vind ik het te onnozel, aan de andere kant wil ik ook niet afdruipen.