27 oktober 2009

Verhaal, aflevering 8 (slot)

Het hele verhaal vind je hier


                     ---//---

Een paar dagen lang kon Diederick op dit gevoel teren, maar helemaal tevreden was hij niet. Hij had weliswaar een punt gescoord, maar het was nog geen gelijk spel, meneer X had nog steeds een voorsprong. Om deze in te halen, moest Diederick zijn oorspronkelijke plan verder vervolgen, zijn eerste punt was eigenlijk een toevalstreffer, een fluke.

En dus zat Diederick een week later om half zeven 's ochtends vroeg te wachten in zijn auto, een eindje verderop in de straat waar meneer X parkeerde. Hij hield hem onopvallend in de gaten. Op precies hetzelfde tijdstip als de vorige week was meneer X aangekomen, zijn vrouw was weer uitgestapt, en nu zat hij zijn krantje te lezen. Meneer X was al wat ouder, een jaar of zestig schatte Diederick. Zijn gedachten dwaalden af. Het feit dat de vrouw blijkbaar het inkomen verzorgde, en dat meneer X als haar chauffeer fungeerde, knaagde vast aan zijn zelfwaarde. Waarschijnlijk een reden waarom hij deze zelfwaarde bij zijn eerste confrontatie met Diederick zo fanatiek verdedigd had. Diederick bespeurde een vlaag van medelijden, maar snel riep hij zichzelf tot de orde. Denk aan de kras, de verf, het rauwe ei, en bovenal denk aan de manier waarop hij je klem heeft gereden en toen ook nog deed alsof hij gelijk had! Het is nu niet het moment om zwak te worden. Diederick rechtte zijn rug. Om tien voor zeven verliet meneer X zijn auto en stapte het kantoorgebouw binnen.

Na ongeveer tien minuten waarin niets gebeurdde, stapte Diederick uit en liep langs de auto, om hem nog eens goed te bekijken. Hij keek naar de plek waar zijn vuist 6 weken geleden op de rand van de motorkap moest zijn geland, en zette een verbaasd gezicht op. Hij had de hele tijd getwijfeld of hij werkelijk een schade van 1500 Euro had kunnen veroorzaken, en of meneer X niet een beetje had gemanipuleerd samen met de taxateur, maar nu verdwenen zijn twijfels. De motorkap met daarin een deuk deed hem nog het meeste denken aan een beddelaken, waar iemand met een zwaai een boek op heeft laten vallen. Hij moest denken aan de uitleg van Albert Einstein over de relativiteitstheorie. Daarin werd de ruimte voorgesteld als een laken, en deze ruimte wordt door de zwaartekracht net zo vervormd als een laken door een bowlingbal. De motorkap leek precies op het vervormde laken. Het was een enorme deuk! Niet erg diep, maar wel mooi breed, zo'n twintig centimeter. Een kunstwerk. Snel maakte hij rechtsomkeerts en stapte terug in zijn eigen auto.

Meneer en mevrouw X kwamen samen uit het gebouw en reden weg, Diederick volgde ze op een afstand. Hij had nog nooit een auto gevolgd, en was voortdurend bang dat ze hem in de gaten zouden krijgen, dan wel dat hij ze kwijt zou raken. Na een rit door de halve stad stopte de auto bij een apotheek. Diederick moest snel ergens in de buurt een plekje vinden zonder op te vallen. Hij bedacht dat het nog beter zou zijn een blokje om te rijden en zo de andere auto van achteren te benaderen. Toen hij dat gedaan had, bleek de auto al weg te zijn. Snel reed hij in de richting waarvan hij vermoedde dat ze waren gegaan, maar tevergeefs. Verdomme, hij was ze kwijt!

Drie weken later werd de zaak geseponeerd, zonder verder commentaar. Blijkbaar waren er geen getuigen gevonden. Uitspraak stond tegen uitspraak; een zaak die niet gewonnen kan worden. Diederick telde de punten van beide partijen bij elkaar op, hield rekening met de grootte van de deuk, en het feit dat meneer X die nu zelf moest betalen. Hij vond dat je nu achteraf toch wel van gelijk spel kon spreken. Misschien zelfs wel van een voordeel. Of dit het einde is van het verhaal? Diederick parkeerde zijn auto voor het eerst sinds twee maanden weer voor de deur en dacht over deze vraag na. We zullen zien.

Inzicht

Er is geen schepper met een plan. Er is geen plan. Er is geen lot, geen beschikking, geen noodlot. Er is alleen toeval. De wereld is een grote chaos, en bestaat uit mensen en dieren die niet intrinsiek goed zijn en ook niet intrinsiek slecht.

Er is ook goede wil. Als we willen. Als we willen kunnen we zelf een plan maken. Maar zover zijn we nog niet. Er is nog geen evenwicht tussen zelfzuchtigheid en sociaal gedrag. We zwalken van het ene uiterste naar het andere, heen en weer. Een groot 'goed' plan kunnen we dus nog niet maken. Obama was te vroeg. Sorry, but we can't. Tot het zover is, moeten we het doen met kleine plannetjes.

Misschien is dat de oplossing. Niet groot te denken, alleen maar kleine plannetjes. Als ik naar mezelf kijk, zie ik zelfs daar al genoeg problemen.

25 oktober 2009

Even schrikken

Opgewonden stemmen in de logeerkamer van mijn vriendin en haar dochter. Soms denk je dat je in Duitsland dichter bij de natuur bent dan in Nederland. Hij zit er nog steeds. Gelukkig aan de buitenkant van het raam, waar hij zich tegoed doet aan een zwerm lieveheersbeestjes.


Verhaal, aflevering 7

Hier is een extra lange zondags-aflevering. Veel plezier. Für Neu-Einsteiger: alle afleveringen vind je hier verzameld.

                                                    ---//---

Een plan was nodig. Het eerste waar hij voor moest zorgen was dat zijn auto geen verdere beschadigingen opliep. Meneer X wist ongeveer waar hij woonde en waar de auto te vinden was, dus daarvoor was maar een oplossing, namelijk de auto ergens anders te parkeren. En wel zo ver weg, dat hij ook met een uitgebreide zoektocht te voet niet te vinden was. De eenvoudigste manier was om de auto voortaan direkt op de carpool-parkeerplaats te parkeren, een paar kilometer verderop, en daar iedere dag met de fiets naartoe te rijden. Hij reed sowieso al met de fiets daarnaartoe als hij zelf niet hoefde te rijden, dus dat was geen grote verandering. Bovendien deed hij zo nog meer voor zijn gezondheid, en zo rationaliseerde zich Diederick over dit ongemak heen.

Om zich te kunnen wreken op meneer X, moest hij hem eerst bespioneren. Hij moest te weten komen waar hij woonde, hoe hij heette, waar hij zijn auto parkeerde, zodat hij het hem op een passende manier betaald kon zetten. Wat de volgende stappen zouden zijn wist hij nu nog niet precies, en dat hoefde hij ook nog niet te weten, het belangrijkste was om nu eerst meer te weten te komen over zijn contrahent. Tot nog wist hij niet meer dan dat deze op een doordeweekse dag samen met zijn vrouw om vijf voor zeven 's morgens door zijn straat was gereden. Waarschijnlijk kwam hij dagelijks door deze buurt, zo had hij de mogelijkheid gehad om Diedericks' auto onder handen te nemen.

Het eerste plan zag er alsvolgt uit: Om zeker te zijn dat hij hem niet zou ontkomen, zou hij extra vroeg opstaan, met de fiets zijn auto ophalen, de auto weer voor de deur parkeren, en in de auto meneer X opwachten. Er bestond een kleine kans dat meneer X zich weer aan zijn auto zou willen vergrijpen, in dat geval kon hij hem op heterdaad betrappen. Daar hij nu uit ervaring wist dat een getuigenbericht van hem alleen niet genoeg zou zijn, zou hij zijn fototoestel meenemen. En om op alles voorbereid te zijn, je wist maar nooit, zou hij ook een groter ijzeren steeksleutel meenemen om zich te kunnen verdedigen. In ieder geval zou meneer X waarschijnlijk door de straat rijden, en Diederick zou hem kunnen volgen, om er zo achter te komen waar hij woonde of werkte.

Hij koos een doordeweekse dag uit waarop hij niet hoefde te werken, zodat hij meer tijd had. Om kwart over vijf stond hij op, liet zijn plannetje nog eens door zijn hoofd gaan om eventuele fouten te ontdekken, en stapte op zijn fiets. De benodigdheden had hij in een plastic zak onopvallend bij zich. Nog moe en een beetje slaapdronken wachtte hij voor het stoplicht bij het grote kruispunt met de stadsring, en keek verveeld naar de voorbijrijdende auto's. Het was kwart voor zes, om deze tijd waren er dat nog niet zoveel. Een auto trok zijn aandacht. Diederick kon zijn ogen niet geloven. Vijf volle seconden staarde hij naar de auto van meneer X die hem op het kruispunt van links tegemoet kwam en voorbijreed. Geen twijfel mogelijk. Het kenteken paste. Zijn vrouw zat weer naast hem. Zo vroeg al?

Diederick was even uit het veld geslagen. Wat nu? Als hij nu verder fietste om zijn auto te halen, dan liep hij gevaar dat hij meneer X kwijtraakte, en de hele aktie nog eens zou moeten herhalen. Na ongeveer een halve minuut erover nagedacht te hebben, keerde hij om en fietste zo snel mogelijk terug naar huis. Met de auto moest je een behoorlijke omweg rijden, dus de kans was groot dat hij met de fiets eerder aan zou komen in zijn straat dan meneer X. Wat hij zou doen als hij hem zou ontdekken wist hij niet, hij handelde nu op instinct.

Enigszins buiten adem kwam hij aan, maar de auto was in geen velden of wegen te bekennen. Diederick dacht koortsachtig na. Dat meneer X hier doordeweeks 's ochtends vroeg met de auto kwam, betekende dat hij op weg was naar zijn werk. Hij of zijn vrouw. Dat betekende ook, dat hij hier ergens in de buurt moest werken. De straat waar Diederick woonde was namelijk diep in de binnenstad, en werd als zodanig weinig gebruikt voor doorgangsverkeer. Hij begon langzaam alle straten in de buurt te doorkruisen op de fiets, en speurde naar de auto van meneer X. Natuurlijk kon het zijn dat deze ondertussen ergens in een parkeergarage stond waar Diederick hem niet kon vinden, maar iets beters schoot hem niet te binnen.

Zo was hij ongeveer een kwartier bezig, toen zijn hart opeens een slag oversloeg. Bingo! Heel opvallend zat meneer X in zijn auto de krant te lezen. De auto stond voor de ingang van een klein kantoorgebouw, precies onder het felle licht van een lantaarnpaal. Diederick fietste aan hem voorbij en richtte een verstolen blik naar binnen. Meneer X had niets in de gaten, en was verdiept in zijn Telegraaf. Diederick fietste de hoek om, stapte af en dacht na. Wat had dit te betekenen? Ging meneer X extra vroeg naar zijn werk, op zoek naar Diedericks' auto, om dan de rest van de tijd te wachten tot hij moest beginnen? Of had hij zijn vrouw weggebracht en wachtte nu tot zij klaar was? Misschien was de vrouw schoonmaakster en moest overal maar een uurtje werken. Als dat zo was, dan kon het nog lang duren voordat Diederick erachter kwam waar meneer X woonde. Ook de mogelijkheid om meneer X' auto onder handen te nemen terwijl die op zijn werk was, bleek nu niet meer te realiseren.

Onzeker wat hij nu moest doen, fietste Diederick langzaam door de woonwijk. Met tussenpozen van 5 minuten fietste hij nog twee keer langs de auto, de situatie veranderde zich niet. Hij besloot de zaak eerst even te laten rusten, en ging bij de bakker naar binnen, waar hij koffie met een broodje bestelde en de zaak voor de zoveelste keer door zijn hoofd liet malen. Na een half uur stond hij op, betaalde en verliet de zaak. Zijn nieuwsgierigheid overmandde hem, en - deze keer te voet - sloeg hij nog een keer de straat in waar hij de auto had zien staan. De auto stond er nog steeds. Diederick naderde de auto van achteren. Hij wilde in het voorbij gaan op het raam bonzen en proberen meneer X angst aan te jagen met de woorden „Ik weet waar je werkt, ik hou je in de gaten“, of woorden van die strekking. Hij was de auto tot op ongeveer vijf meter genaderd, toen hij merkte dat meneer X niet in de auto zat! Dit plannetje, dat sowieso al niet al te sterk was, zou nu dus ook in duigen vallen. Diedericks handen verkrampten in zijn broekzakken, alwaar hij zijn sleutelbos bemerkte. Hij haalde de sleutels uit zijn zak. Schichtig keek hij om zich heen. Niemand te zien. Toen hij direkt langs de auto liep, zette hij zijn autosleutel met de punt op de lak van de deur, drukte stevig aan, en liep langzaam verder. De sleutel veroorzaakte een onverwacht hard krassend geluid, dat zich weerkaatste tussen de huizen in de donkere, lege straat. De huizen leken hem verwijtend aan te kijken. Het geluid leek steeds luider te worden, alsof het nog eens versterkt werd door de echos. Diederick keek zenuwachtig om zich heen. Als er nu iemand voorbijkwam, dan zou hij zich snel uit de voeten moeten maken. Er gebeurde niets. Diederick liep onbemerkt verder en stak zijn sleutels terug in zijn zak. Zijn zenuwen werden langzaam verdrongen door een weldadig gevoel, dat zich in hem uitbreidde. Zijn lichaam ontspande zich vanuit zijn buik in de richting van zijn ledematen. Hij haalde diep adem. Een punt voor Diederick, dacht hij.

23 oktober 2009

Verhaal, aflevering 6

Heb geduld. Soms moeten de achtergronden belicht worden, voordat het eigenlijke verhaal op gang komt. In deze aflevering is het zover. Hier vind je de overige afleveringen.

                                      ---//---


Verschillende mogelijkheden verschenen voor zijn geestesoog:
1 Het formulier alleen maar invullen met persoonlijke gegevens, zonder überhaupt een uitspraak te doen over het voorval. Dat hoefde hij namelijk als beschuldigde niet. En dan eerst maar afwachten wat er verder gebeurt.
2 Akkoord gaan met het voorstel om de aanklacht te laten intrekken tegen een geldboete. Dat stond voor de verzekering gelijk met een schuldbekentenis, en dus moest hij dan zeker de schadevergoeding van 1500 Euro betalen. Op zich gaf het hem een zekere voldoening deze schade veroorzaakt te hebben met een enkele slag. Deze strategie had het voordeel dat hij het snelste overal vanaf was en geen zenuwen en energie aan een slepende zaak zou moeten spenderen.
3 Alles glashard ontkennen. Per slot van rekening had hij hier te maken met een eigenwijze, zelfingenomen, onuitstaanbare, burgerlijke hufter die hem had geprovoceerd. Als Diederick daarmee weg kwam, dan was de schade de verdiende loon voor meneer X. Het risico daarbij was dat hij niet wist of er misschien getuigen geweest waren. Dan zou hij na een slopende rechtszaak toch nog de schade moeten betalen, plus de eventuele proceskosten. Dat kon nog een dure grap worden.

Hoewel Diederick zich erop roemde een scherp verstand te bezitten, kon hij toch de gevolgen van de verschillende mogelijkheden niet overzien en besloot professionele hulp te roepen in de vorm van een bevriende advocaat. Een goede zet. De advocaat, een oude kennis uit zijn studententijd, schreef snel een brief naar de politie waarin hij uiteenzette de belangen van Diederick te behartigen en inzage in het dossier verlangde, zodat hij de beschuldiging kon onderzoeken. Als prive-persoon kon Diederick namelijk het dossier niet krijgen. "Zolang als ik je vertegenwoordig, houd jij je mond en schrijft absoluut niets aan de politie. Alles loopt nu via mij.", drukte zijn advocaat hem op het hart. Zo gezegd zo gedaan. Diederick voelde zich al wat meer op zijn gemak, hij had nu niet meer het gevoel met lege handen ten strijde te trekken. Het dossier van de politie liet op zich wachten, de politie had het onderzoek nog niet afgesloten.

Diederick wiegde zich al langzaam in zekerheid, totdat hij twee weken later ontdekte dat zijn auto was ondergespoten met een verf-spuitbus. Godverdomme, lelijke dikke blauwe strepen over de ruiten en de deuren! Een snelle blik leerde dat de andere auto's naast de zijne niet onder handen waren genomen, dit was dus een gerichte aanval! Theoretisch kon het natuurlijk toeval zijn, maar de kans dat meneer X hier aan het werk was geweest, schatte Diederick toch wel boven de 50 procent in. Bij de aangifte leerde Diederick dat hij niet zomaar iemand kon beschuldigen zonder iets gezien te hebben, dat stond gelijk aan laster. Tegen zijn verwachting in kon de verf nog goed verwijderd worden in de garage, zodat Diederick het voorval in de geheugen-lade met het opschrift "Kan gebeuren, risico van het vak" opsloeg. Misschien moest meneer X zijn woede bekoelen, en had dat nu gedaan. Zand erover.

Niet dus. Een week later vond Diederick zijn geliefde auto besmeurd met een rauw ei. Niet te geloven, en weer was zijn auto de enige. Diederick moest er eigenlijk een beetje om lachen. Blijkbaar was meneer X wel heel erg bezig met de zaak, en sloop 's nachts in de rondte om zich te wreken. Diederick besloot van de gelegenheid gebruik te maken om de auto naar de wasserij te brengen en hem meteen grondig van binnen en van buiten te poetsen.

Dat had hij misschien beter niet kunnen doen. De nog steeds onbeschadigde auto van Diederick, die nu ook nog stond te glimmen in het zonlicht, moest wel een doorn in het oog zijn van meneer X. Hoe anders was het te verklaren dat weer een week later een gemene diepe kras in de zijdeur was verschenen?

Diederick's nekharen gingen overeind staan. Dit was niet leuk meer. Nu is het genoeg, dacht hij. Als je het zo wilt spelen, dan doe ik mee. Op een vreemde manier speelde zijn zenuwen hem nu geen parten meer. In tegenstelling tot de brieven van de politie was dit een strijd met open vizier, hier had hij wel een paar ideen hoe hij zich moest verdedigen.

21 oktober 2009

Een vroeg gesprek

Het is kwart over zes 's ochtends en de wekker is net gegaan. We liggen nog in bed.

Ik: "Ik ben al anderhalf uur wakker, vannacht liep die kat weer te bleren, en toen ben ik niet meer in slaap gevallen."
Zij: "Hoe kan dat nou? Ze zijn allebei stil nu en liggen rustig te slapen".
Ik: "Zo is Tintin (de kat die altijd blert omdat hij naar buiten wil), hij wordt midden in de nacht wakker, zet een keel op, en dan gaat ie weer liggen en valt prompt in slaap".
Zij: "Oooh, is hij niet lief? Ik sta meteen op en ga even met hem knuffelen".
Ik zucht.

Verhaal, aflevering 5.

Voor de vorige afleveringen, kijk in het lijstje met onderwerpen rechts van dit blog bij "verhaal", daar staan alle afleveringen verzameld.


                                               ----//----


De traditie wil dat de lezer in een verhaal iets te weten komt over de hoofdpersoon. Ik moet toegeven dat het in dit verhaal daaraan schort. Onze hoofdpersoon heeft nog niet eens een naam! Mij persoonlijk storen onnodige details zeer in verhalen, en daarom krijgt u die van mij ook niet te horen. Waar werkt hij, is hij gelukkig getrouwd, had hij een gelukkige jeugd, is hij lid van verenigingen, doet hij aan sport, ALLES UNWICHTIG! Een klein compromis wil ik maken, omdat deze kleinigheid het werk voor mijzelf makkelijker maakt. Ik zal de hoofdpersoon een naam geven. De naam moet bij het karakter passen. Het karakter is zo dat onze hoofdpersoon niet helemaal met zichzelf en de wereld in het reine is. Hij is enigszins naief maar ook pedant, en soms verliest hij zijn zelfbeheersing. Ik noem hem Diederick.

De daaropvolgende dagen gingen voor Diederick zonder noemenswaardige incidenten voorbij. Hij had zijn vrouw van het voorval verteld en samen hadden ze zich lekker geergerd over de koppigheid van sommige mensen. "Als je dus een dezer dagen een brief van de politie in de bus vindt, dan weet je waar het over gaat", schertste hij. Drie dagen later was het geen scherts meer, toen zijn vrouw hem bij thuiskomst de nog ongeopende brief van de politie overhandigde. Meteen schakelde zijn lichaam weer in alarmtoestand, en met licht tintelende handen opende hij de brief.

Het was een proces-verbaal, met daarin de aanklacht tegen Diederick, dat hij de betreffende auto had beschadigd. "Waarom heeft U op 5 januari op de auto met het kenteken xx-xx-xx geslagen en een schade van 1500 Euro veroorzaakt?", stond als vraag onderaan de brief. Bijgevoegd was een formulier met - heel gebruikersvriendelijk - een paar multiple choice antwoorden die hij mocht aankruisen. Een van de antwoorden luidde: "Ik ga ermee akkoord dat de aanklacht wordt ingetrokken tegen betaling van een boete". Daar schuilde waarschijnlijk een addertje onder het gras. Het klonk op het eerste gezicht aantrekkelijk, geen aanklacht betekent ook geen proces en geen vervolging. Maar daarmee bekende hij wel schuld en zette de deur open voor schadevergoedingen van meneer X. (Net zoals we Diederick gedoopt hebben, is het ook handig zijn tegenstander een naam te geven. Daar Diederick diens naam echter nog niet kent, noemen we hem zolang meneer X.). Diederick krabde zich op zijn achterhoofd.

16 oktober 2009

xkdc - Een Webcomic

Een beetje reclame voor mijn favoriete webcomic. Ik was zo vrij de teksten te vertalen.

Mijn blog is te smal om het plaatje fatsoenlijk te laten zien. Als je erop klikt, dan krijg je het normale formaat.




Vind je het leuk? Hier vind je nog veel meer.

14 oktober 2009

Sturmfreie Bude

Deze week had ik sturmfreie Bude. Het rijk voor mezelf. Mijn lief (wat een mooi Belgisch woord) is samen met dochter een week op vakantie in de Toscane, in Florence om precies te zijn. Waarom ik niet mee ben gegaan? Ik kan er niet tegen langer dan een middag door de stad te slenteren. Ik word dan lichamelijk onpasselijk. Je kan dat aanstellerij noemen, ik spreek liever over psychosomatisch. Als ik zes mooie oude gebouwen heb gezien, dan vind ik het genoeg. En dan wil ik lekker koffie drinken, met gebak. Of naar het strand, of wandelen, of in ieder geval iets doen. Bovendien zijn we dit voorjaar al een keer in de Toscane geweest, in een huisje in de bergen.

En wat doe je dan als je ook nog eens een driedaags weekend hebt? Behalve te laat naar bed gaan, te lang achter de computer zitten en teveel tv kijken heb ik zowaar nog iets nuttigs gedaan: de oude fiets van mijn lief gerepareerd zodat we nu een extra fiets hebben voor de logees, en een keer heb ik zelfs het hele huis gestofzuigd en het parket gedaan. Dit om mijn reputatie als niet aan het rollenpatroon vasthoudende man hoog te houden. Je weet wel, een man doet wel een iets in het huishouden, maar dan wil hij het weten ook.

Morgen komt ze terug. Dan is het huis niet meer zo leeg. Met de katten kan ik toch niet zulke boeiende gesprekken voeren.

12 oktober 2009

Verhaal, aflevering 4

Voor de vorige afleveringen, kijk in het lijstje met onderwerpen rechts van dit blog bij "verhaal", daar staan alle afleveringen verzameld.


                                               ----//----

Nu de opwinding langzaam aan het zakken was en de nevel-flarden in zijn geest optrokken, werd de herinnering duidelijker: hij had inderdaad met volle kracht zijn frustratie losgelaten op de motorkap van de auto. Dit besef maakte een lawine aan andere gedachtes los. Had hij de auto daarbij beschadigd en zo ja, hoe erg? De man had zijn telefoon al getrokken toen hij aan hem voorbijreed, had hij de politie laten komen? Had hij zijn kenteken opgenomen? Waren er getuigen geweest? Hoe strafbaar is het om iemands auto te beschadigen? Wordt iets dergelijks in je strafblad genoteerd? Krijg je moeilijkheden met sollicitaties als je in je strafblad hebt staan dat je materiële schade hebt veroorzaakt?

Gisteren had hij zich nog enigszins voldaan gevoeld na zijn behendige uitwijkmanoeuvre over de stoep, maar nu kwamen er alweer twijfels bij hem op. Hij stond op, rekte zich uit en probeerde de gedachtes van zich af te schudden. Het had geen zin om zich nu al zorgen te maken over dingen waarvan hij niet wist of ze überhaupt zouden gebeuren. Hij moest eerst maar gewoon doorgaan met zijn dagelijkse beslommeringen, en als er daadwerkelijk een aanklacht zou komen, dan had hij nog tijd genoeg om zich daar zorgen over te maken.

10 oktober 2009

9 oktober 2009

Opvoeding

Ik fietste laatst op het smalle fietspad in Erfurt, dat uit niet meer bestaat dan een ongeveer 80 cm brede strook van rode tegels die in de stoep verwerkt zijn. In de verte zag ik een schooljongen die mij te voet tegemoet kwam. Een jaar of 13, type baggy trousers, enigszins te dik, en een scheve baseball-cap op het brutale hoofd. Toen hij langs het voetgangersstoplicht kwam, drukte hij snel op de grote knop. En liep toen verder over de stoep. Het was duidelijk dat hij kattekwaad uithaalde en de automobilisten voor niets wilde laten wachten.

Dit soort gedrag moet je in de kiem smoren. Als je het laat gaan omdat het niets voorstelt dan gaat het van kwaad tot erger, en voordat je het weet vallen ze in groepjes oude mensen lastig, overvallen ze de snackbar, of stelen je auto. Met andere woorden, ze hebben geen respekt meer voor ons, de beschaafde volwassenen.

Ik dacht snel na hoe ik mijn burgerplicht zou kunnen vervullen. Een opmerking zou weinig indruk achterlaten, en om nu te stoppen en een gesprek te beginnen, dat was me echt teveel moeite. Dus verlaagde ik me tot zijn niveau, omdat ik wist dat hij daar gevoelig voor zou zijn. Toen ik hem dicht genoeg genaderd was, stak ik mijn hand uit om hem met een tik de baseball-cap van het hoofd te verwijderen. Jammer genoeg was hij blijkbaar in dit soort confrontaties gewiefder dan ik, en met een snelle hoofdbeweging ontweek hij mij.

Volgende keer beter. In ieder geval weet hij nu dat er mensen zijn die proberen om hem op te voeden.

7 oktober 2009

Saaie mensen aan de macht!

De "grote leiders" in de wereld zijn vaak mensen die in hun persoonlijke ontwikkeling stil zijn blijven staan in het stadium waarin ze zichzelf als het middelpunt van het universum beschouwen. Normale, saaie mensen groeien daaroverheen en beseffen dat ze deel zijn van een collectief dat belangrijker is dan zij.

Oorlogen worden gevoerd omdat een partij zijn macht wil uitbreiden of denkt dat zijn macht in gevaar is. Saaie mensen hebben geen uitgesproken machtsgevoel. Saaie mensen proberen conflicten op een redelijke manier op te lossen.

Avontuurlijke mensen willen veel beleven en brengen daarmee zichzelf en, als ze andere mensen leiden, anderen in gevaar. Saaie mensen niet.

Dus daarom is het in alle opzichten beter als er saaie mensen aan de macht zijn. Niet voor niets is Nederland een land waar de bewoners het meeste tevreden zijn met hun leven in heel Europa.

Verhaal, aflevering 3

Voor de vorige afleveringen, kijk in het lijstje met onderwerpen rechts van dit blog bij "verhaal", daar staan alle afleveringen verzameld.


                                        ----//----


In zoverre was alles goed afgelopen. Maar als die man nu eens zijn kenteken opgenomen had en de politie had gehaald? Zelf was hij gewend om voor kleine akkefietjes niet meteen naar de politie te lopen, een overblijfsel uit zijn jeugd. Vetes worden onderling uitgevochten, alleen slappelingen halen de ouders of de meester erbij, of in dit geval de politie. De meneer in de andere auto had echter niet de indruk gewekt dat hij zich door zulke morele bezwaren zou laten weerhouden. Weer ging hij in gedachten terug naar het strijdgesprek. Ware gebeurtenissen en gewelddadige fantasieen liepen door elkaar in zijn hoofd. Hij had zich voorgesteld dat hij de man door het open raam een vuistslag in het gezicht had gegeven, dat hij hem aan zijn hoofd een stuk door het raam naar buiten had getrokken en met zijn gezicht op de rand van het open raam sloeg, en daarna had hij zich voorgesteld dat hij bij het weglopen met de vuist op de rand van de auto had geslagen. Of had hij dat laatste werkelijk gedaan? Was de opwinding zo hoog opgelopen dat hij de herinnering verdrongen had en zich nu inbeeldde het ingebeeld te hebben? Hij voelde aan zijn hand. Een beetje stijf. Mmmhh.

5 oktober 2009

Reakties op Oud Zeikwijf

Als kleine vingeroefening heb ik een blog gestart waar mensen kunnen reageren op het blog van Oud Zeikwijf.

Oud Zeikwijf is naar eigen zeggen een subsersieve allochtoonse in Amsterdam. Ze schrijft originele stukjes met een eigen mening en heeft haar eigen kijk op de wereld, die ze graag wil delen. Ze heeft alleen geen zin in discussies, en heeft daarom de mogelijkheid om direkt te reageren uitgeschakeld. Daar er wel lezers zijn, en deze op andere plekken al eens gemoneerd hebben dat ze hun ei niet kwijt kunnen, heeft O.Z. zelf geopperd dat ze het O.K. vindt wanneer iemand anders een blog start waar gereageerd kan worden op haar schrijfsels. Welnu, het is zover. Hier kunnen jullie nu allemaal:

             ZEIKEN BIJ OUD ZEIKWIJF             

1 oktober 2009

Wat is er mis met de democratie

En dan nu, waarom de Westerse democratie zo een slechte staatsvorm is. Je kan dat met een gerust hart klagen of zeuren noemen. Ik denk dat onze staatsvorm de beste is van de verschillende vormen die ik ken. Maar dat betekent niet dat zij ideaal is, verre van dat. Socrates wist al te melden dat een democratie niet zo best is, hij vergeleek het met een bont gekleurde deken die er leuk uitziet en waar iedereen aan zijn trekken komt. In zijn ideale staat hebben de filosofen het voor het zeggen, (dat heeft er niets mee te maken dat hij zelf filosoof is...), en daarnaast is er een bevoorrechte klasse van edele strijders of soldaten, die zich het liefst niet met de gewone bevolking vermengen. Zo zie je maar dat wijze mensen hele rare ideeen kunnen hebben.

Ook al is de Westerse democratie het beste wat we op dit moment te bieden hebben, we moeten er toch over nadenken of we haar niet kunnen verbeteren.Om haar te kunnen verbeteren, moeten we eerst zien wat er nog aan markeert, en aan die eerste stap wil ik mijn bescheiden bijdrage leveren.

1 - Een democratie betekent dat iedere stem evenveel waard is. One man one vote. Dat is een slechte zaak. Iemand die gestudeerd heeft over een bepaald onderwerp, of veel persoonlijke ervaring heeft, kan een veel beter oordeel leveren dan een buitenstaander. Als je in een bedrijf een belangrijke beslissing neemt over de financiele toekomst, dan vraag je ook geen advies aan de schoonmaker. Daar de mensen die ergens verstand van hebben altijd in de minderheid zijn, krijg je per definitie een slecht advies wanneer je iedereen laat meestemmen.

2 - Politieke leiders die gekozen willen worden treden op op de televisie. Hoofdzakelijk via dit medium bereiken zij de kiezer. Er worden weliswaar partijprogramma's gepubliceerd, maar zeg eens eerlijk, heb jij er wel eens een gelezen? Een politicus met een innemende persoonlijkheid, die overtuigend overkomt, krijgt de meeste kiezers. Natuurlijk moeten zijn ideeen ook aanslaan, maar zoals we weten kan een geschikte politicus die zo verpakken dat we helemaal niet precies weten wat hij of zij gaat doen wanneer hij aan de macht komt.

(Overigens vind ik de stemwijzers op Internet een mooie ontwikkeling waarbij je heel makkelijk de ideeen van een partij kunt vergelijken met je eigen ideeen, zonder je te laten beinvloeden door de persoonlijkheid van haar leiders. Ik weet niet hoeveel mensen daarvan gebruik maken, en of zij dan ook daadwerkelijk zo stemmen, maar als ik kijk naar de hoeveelheid geld en moeite die in verkiezingscampagnes gestoken wordt, dan lijkt me dat een kleine minderheid.)

3 - Politici worden nooit afgerekend op de beloftes die zij voor de verkiezingen maken. Niet werkelijk, in vorm van geldelijke beloningen en straffen bijvoorbeeld. Theoretisch kunnen ze door de kiezer bestraft worden, maar die is de beloftes na vier jaar allang vergeten, en hij is er sowieso aan gewend dat beloftes niet gehouden worden.

4 - Lobbyisme verziekt de politiek. Lobbyisme is een wijd vertakt netwerk van duidelijke en onduidelijke vertegenwoordigers van belangengroepen. Politici beroepen zich erop dat de lobbyisten de vertegenwoordigers zijn van het volk en dat het belangrijk is met hen contacht te houden, maar in werkelijkheid is een lobby werkzamer naarmate er meer geld achtersteekt. Tegen een organisatie van een groot bedrijf met genoeg geld kan een vereniging van goedwillende vrijwilligers niet op. En zoals we weten zijn grote bedrijven niet altruistisch behalve als ze daartoe gedwongen worden door een regering.