28 augustus 2009

Waarom discussieren we dan nog?

In navolging op de stelling dat discussieren zinloos is, omdat de overtuigingen van mensen op gevoelens gebaseerd zijn die zich eenvoudigweg niet door argumenten laten veranderen, stelt zich natuurlijk de vraag waarom we dan überhaupt nog discussieren. Het belanrijkste doel van een discussie, namelijk het overtuigen van je tegenstander, is immers niet haalbaar.

Daar zijn verschillende redenen voor:

- onwetenheid over dit concept
Veel mensen zijn zich dit principe niet bewust, en proberen het gewoon keer op keer weer. Dommer als een ezel stoten zij zich honderden malen aan dezelfde steen die in verschillende uitvoeringen op hun weg ligt. Zelf heb ik mij lang zo gedragen en door de steeds sterker wordende hoofdpijn ben ik begonnen over dit principe na te denken.

- strijdlust en egoisme
Het geeft een bepaalde bevrediging om op intellectueel niveau de degens te kruisen, te laten zien hoe welbespraakt je bent, wat voor een uitgebreide algemene kennis je bezit, en daarvoor de bewondering te oogsten.

- ambivalente omstanders overtuigen
Veel discussies vinden plaats met publiek. Ofwel in een forum met meelezers of gewoon bij een gesprek waar andere mensen bijzitten. Er bestaan nog mensen die niet vooringenomen zijn, of geen gevoelsmatig oordeel over een onderwerp hebben (de ambivalenten), of er helemaal geen verstand van hebben. Dit zijn mensen die nog te overtuigen zijn, hoewel zo een overtuiging vaak maar van korte duur is.

Een discussie kan in deze situatie gewonnen worden doordat de meerderheid van het publiek zich aan de zijde van een van de contrahenten schaart.

Het overtuigen van niets vermoedende omstanders kan op zichzelf ook het doel zijn van de discussie, zelfs als deze in gelijkstand eindigt.

- schijnbare overwinning
De tegenstander heeft geen argumenten meer. Diep van binnen is hij helemaal niet overtuigd, maar volgens de spelregels kan hij niet anders dan zijn nederlaag bekennen. Hij weet zeker dat er nog andere argumenten bestaan die hij naar voren had kunnen brengen, als hij zich maar meer verdiept had. Maar helaas.

27 augustus 2009

Verkiezingsstrijd in Thüringen

Er komen binnenkort twee belangrijke verkiezingen in Thüringen. De eerste is de Landtagswahl, daarbij wordt het bestuur van de deelstaat gekozen, de tweede is de Bundeswahl, waar de nationale regering in Berlijn wordt gekozen. Dat is voor een Nederlander enigszins verwarrend, als ze het hiet over het Land hebben, dan bedoelt men de deelstaat (Bundes-LAND), en als het over Duitsland in zijn geheel gaat, dan heet dat de Bund.
  
Wat je als bewoner het eerste opvalt bij de verkiezingen hier zijn de posters. Alle straten hangen vol met deze Wahlplakkaten, waar de diverse politici in meer of minder gunstige pose op afgebeeld zijn. De minister-president van onze deelstaat, Dieter Althaus, die begin dit jaar uitgebreid in het nieuws was vanwege een ski-ongeluk met dodelijke afloop voor een Amerikaans-Oostenrijkse toeriste, heeft de opvallendste foto's. Op een ervan staat hij zeer ongelukkig afgebeeld met een krampachtige grijns, zodat hij de indruk wekt eigenlijk ook wel te weten dat hij niet meer geschikt is voor zijn rol.
  
Een andere poster voor de CDU, de partij van Dieter Althaus, toont hem samen met een aantal 'gewone burgers' in gelukzalige pose. Allen kijken ze met een stralende glimlach omhoog in dezelfde richting, naar de bloeiende toekomst van Thüringen. Er is een vrouw bij, een bouwvakker, en zelfs een gekleurde medeburger. De foto lijkt precies op de propaganda-beelden uit de communistische tijden, waar de arbeiders heldhaftig ten strijde trokken voor hun idealen.

  
De gekleurde medeburger die geposeerd heeft voor deze verkiezingsfoto, is overigens met de dood bedreigd door aanhangers van de NPD. De NPD is een extreem-rechtse partij die zeer aktief is in deze tijden van Wahlkampf. Er hangen relatief veel posters van deze partij, met slogans die enerzijds niets aan duidelijkheid te wensen over laten: "Heimreise statt Einreise", en anderszijds onnozel zijn omdat ze dingen verkondigen die iedereen wil: "Arbeit statt Hartz IV". (Hartz IV is het moderne equivalent van de WW-uitkering.) De CDU heeft daarop de posters overgeplakt met een andere versie, waarop de gekleurde man niet meer voorkomt.
In een melige bui hebben wij op een verjaardag onze eigen verkiezings-slogans bedacht, om die onder die van de NPD te plakken. Waarschijnlijk was het niet eens opgevallen dat ze niet echt zijn:
"Urlaub statt Arbeit"
"Kuchen statt Brot"
"Sonne statt Regen"
  
De beste slogan komt trouwens van de CDU. Een spreuk die je op twee manieren kunt opvatten, waarbij beide interpretaties de bedoeling van de CDU weergeven:
"Die Zukunft macht man nicht mit Links"
Jammer genoeg heeft de CDU ook begrepen dat de spreuk leuk is, zodat je hem nu op zoveel plaatsen ziet dat het alweer te veel wordt.

23 augustus 2009

Het verstand komt als laatste aan de beurt

Als iemand ergens diep van overtuigd is, dan heeft dat niets met verstand te maken. De ratio komt als laatste aan de beurt, eerst zijn er de emoties en de instincten.

Als ik mijn collega probeer te overtuigen van de gevaren en milieu-effecten van snel rijden (heb ik hier gedaan), dan zal hij met honderd argumenten komen die de voordelen van snel rijden laten zien. De reden daarvoor is niet dat hij over al die voordelen heeft nagedacht, die tegen de nadelen heeft afgewogen, en toen besloten heeft dat snel rijden wel door de beugel kan. Nee, hij vindt snel rijden gewoon leuk, hij beleeft een kick, hij probeert continu zijn rijstijl te verbeteren. Dit zijn gevoelens die bij hem leven en hem ervan overtuigen dat wat hij doet, goed is. Daarna, als hij erop aangesproken wordt, bedenkt hij de argumenten die in een discussie de voordelen van zijn standpunt tonen, en zo mensen zouden kunnen overtuigen die een meer ambivalente mening hebben over dat onderwerp.

Als een vleeseter en een overtuigde vegetarier tegenover elkaar staan, dan kunnen ze in alle ewigheid met elkaar discussieren over de voor- en nadelen van hun standpunten, maar nooit en te nimmer zal de een de ander ertoe kunnen aanzetten zijn mening te veranderen. De reden is dat hun mening niet baseert op verstandelijke overwegingen, maar op de gevoelsmatige overtuiging dat een dierenleven het wel of niet waard is geofferd te worden voor het genoegen van een maaltijd. Als ik een jager ervan probeer te overtuigen dat een dierenleven teveel waard is om te offeren voor het doel dat op dat moment speelt, dan kunnen we tegen elkaar praten tot we een ons wegen, de dieperliggende emotionele beoordeling is de ware reden voor ons standpunt, niet de argumenten over de voor- en nadelen. De jager beleeft plezier aan zijn bezigheid, waarschijnlijk wordt een jachtinstinct bevredigd, en tegen dit gevoel kan geen argument op. Ik ben een zachtaardige persoon, ik vind het zielig en beleef geen plezier aan het echte jagen, en daarom zal ik mij nooit kunnen verplaatsen in mijn counterpart, en alle argumenten ketsen op dezelfde manier aan mij af.

De lijst van onderwerpen waar ik deze vaststelling op toe kan passen is lang. Een heel duidelijk voorbeeld is religie. Wat mij een tijd lang steeds weer verbaasde, is dat er zeer intellectuele en welbespraakte mensen zijn die diep gelovig zijn. Terwijl er toch überhaupt geen bewijzen zijn voor een bovennatuurlijk wezen, en bovendien de verschillende openbaringen (bijbel, Koran, Talmud) van twijfelachtige natuur zijn, verhalen uit de tweede of derde hand, die soms ook nog eens baseren op oudere geschriften die in een nieuwe jasje zijn gestoken. Als je de bovenstaande stelling hierop toepast, dan valt opeens ook dit raadsel op zijn plaats. Een gelovig mens heeft de gevoelde overtuiging dat de wereld er niet zomaar toevallig is, dat er meer is dan je met de ogen kunt zien, dat er een wezen bestaat dat 'hoger' is dan wij. Dat alle schoonheid in de wereld niet gewoon door toevalligheden ontstaan is, maar dat iemand of iets daar achter steekt. Dat GEVOEL is in hem aanwezig, en daarom kun je hem nooit overtuigen van het tegendeel. Bij mij ontbreekt dit gevoel volkomen, en daarom beschouw ik deze vraag droog en met verstandelijke argumenten, zodat ik tot de conclusie kom dat de waarschijnlijkheid van het bestaan van een hoger wezen zo klein is, dat ik in alle rust kan aannemen dat het er niet is, en dat het beter is mijn leven op dat uitgangspunt te baseren.

Volgende week: waarom discussieren we dan eigenlijk nog?

18 augustus 2009

Intelligentietest?

Hieronder zie je een rijtje met symbolen, zoals ze vaak worden opgegeven in intelligentietests. Het eerste is een M, dan een hart met een streepje eronder, een acht, een doorgestreepte M, en dan een T bovenop een ovaal. Vind uit volgens welk patroon de symbolen zijn opgebouwd, en vertel mij hoe het eerstvolgende symbool eruit moet zien dat de rij aan de rechterkant zou aanvullen.

Als je een oplossing weet, zeg dan alleen hoe het symbool er volgens jou uit moet zien, zonder het patroon te verraden. Dan kunnen de anderen verder raadselen.

Als ik vind dat er genoeg mensen hebben meegedaan, verraad ik de oplossing.

15 augustus 2009

Zwijmelen

Heb je ook wel eens zo'n emotionele bui? Vaak overkomt het me als ik alleen in de auto zit en een liedje hoor waarvan de tekst indruk maakt. Of bij iets op televisie. Het is op de een of andere manier makkelijker om je gevoelens te laten gaan bij zulke dingen die niet direkt met je te maken hebben. Dat is ongevaarlijk, je kunt even lekker wegzwijmelen in je droevige bui, omdat je weet dat het daarna weer voorbij is. Of soms hoor je iets dat zo mooi is, dat er de tranen van in je ogen springen. Dat gebeurt mij bijvoorbeeld bij het volgende tekstfragment uit het liedje 'Thank you (for being a friend)' van Destiny's Child.

love is patient, (beyonce thats what you've been,)
love is kind, (cuz kelly thats what you've shown,)
it does not envy it does not boast,
it is not proud it is not rude it is not self seeking and it is not easily angered,
it keeps no record of wrong
love does not delight in evil, but rejoices with true,
it always protects always trusts always hopes always perserveres,
Thankyou

12 augustus 2009

De crisis 2

In tegenstelling tot wat in de media beweerd wordt, is de crisis in de Duitse machinebouw nog lang niet voorbij. Er is een lichte stijgende trend te zien maar die is zo klein dat je nog niet van een omkeer kunt spreken. In de media wordt hier vaak de Geschäftsklima-Index genoemd, die inderdaad stijgt, dit is echter niets meer dan een enquete onder de bedrijven over de toekomstverwachting. In werkelijkheid hebben we qua opdrachten waarschijnlijk wel het dal bereikt, maar het niveau ligt onder 50% van dat van vorig jaar. Tengevolge daarvan heeft onze vestiging, samen met een andere, dit jaar in totaal ongeveer 150 uitzendkrachten en 100 vaste medewerkers ontslagen. Volgens de laatste uitspraken van het management worden er dit jaar nog ongeveer 10 medewerkers ontslagen, als de ontwikkelingen zo doorgaan als men verwacht, en daarmee komen we aan het einde van het jaar uit op 470 vaste medewerkers.

Toen ik gisteren bij mijn garage was, vertelde de monteur, dat bij het elektrobedrijf waar zijn vrouw werkt, er zonder aankondiging 60 mensen ontslagen zijn. Dit is een kleiner bedrijf met oorspronkelijk ongeveer 120 mensen, dus dat komt veel harder aan. De ontslagen kwamen onverwacht, zonder waarschuwing, en in de vakantietijd. De ontslagbrieven werden de mensen zelfs tot op hun vakantiebestemming nagereikt, waarschijnlijk omdat ze zich dan aan de ontslagtermijn konden houden. Lekker bot.

Wat opvalt is welke mensen er bij ons weggestuurd worden. Er wordt niets over bekendgemaakt wie er ontslagen wordt, en over de redenen van de keuze al helemaal niet. Dat de uitzendkrachten als eerste weggestuurd worden, is nog logisch. Maar een direkte collega van mij die vorige maand ontslagen is, beschouwde ik als de beste plc-programmeur van onze groep. Zijn probleem is dat hij niet zeer communicatief is, en bovendien nogal eigenwijs. Dat heeft ertoe geleid dat hij een keer een 'Abmahnung' gekregen heeft, omdat hij zonder aankondiging software aan een machine getest had in de montage-afdeling. Daarbij ging iets mis, en er ontstand een schade aan de machine. Een Abmahnung is een officiele waarschuwing die in je 'Personal-Akte' wordt gearchiveerd, en als je dezelfde fout nog een keer maakt, kun je op staande voet worden ontslagen. In de eerste ontslag-golf werden die mensen uitgepikt, die al zo een Abmahnung te pakken hadden. Wat er weer toe leidt, dat vooral die mensen ontslagen worden die eigengereid zijn en zich niet schromen om ook eens een meningsverschil met de leiding uit te discussieren.

Ondertussen gaan wij, de overgeblevenen, verder met verkorte arbeidstijden. Dat betekent dat ik tot het einde van het jaar waarschijnlijk iedere week een dag vrij heb, die gedeeltelijk vergoed wordt door het arbeidsburo, en af en toe een week extra vakantie. Mijn afdelingsleider zei laatst dat deze 'Kurzarbeit' een zeer goed instrument is voor het bedrijf, en eerlijk gezegd vind ik het zelf ook niet slecht. Het gedeelte van het loon dat het arbeidsburo betaalt (60-70%) is net zo groot als wanneer iemand werkloos wordt. Als je als bedrijf 5 mensen 20% korter laat werken onder deze regeling, bespaar je dus net zo veel geld als wanneer je er een zou ontslaan, het arbeidsburo moet hetzelfde bedrag betalen als wanneer er een ontslagen zou zijn, maar ondertussen blijven alle 5 mensen aan het werk.

Alleen jammer dat hier niet zo'n goede wind is als in Nederland of Noord Duitsland, dan zou ik van de gelegenheid gebruik maken om vaker te windsurfen.

Collega

Mijn collega-Hollander-in-Duitsland 'De Emigrant' is de laatste tijd weer aktiever aan het bloggen. Ik raad iedereen die geinteresseerd is in de Islam aan, eens bij hem te buurten, hij is namelijk docent aan een universiteit in dit onderwerp, dus hij weet waar hij over spreekt, in tegenstelling tot 99 procent van de mensen die iets over dit onderwerp menen te moeten verkonden op het Internet. Je vindt hem in mijn 'side-bar' onder 'Nederlandse blogs'. Overigens blogt hij meestal over andere, meer alledaagse onderwerpen.

9 augustus 2009

Katze des Nachbarn

Wonder boven wonder, de Duitse jurisprudentie heeft wat over voor katten die buiten vrij lopen. In het kader van met elkaar omgaan op een manier die het samenleven tussen buren mogelijk maakt, en het wederzijdse tolereren van kleine onaangenaamheden. En waarschijnlijk omdat de Duitse justitie er zijn buik vol van heeft voor elke scheet een proces te voeren.

Bron: http://www.juraforum.de/lexikon/Katze%20des%20Nachbarn


§§ 919 ff. BGB

Ein Grundstücksbesitzer muss grundsätzlich eine Katze seines Nachbarn auf seinem Grundstück dulden (vgl. LG Hildesheim, Az.: 1 S 48/03). Demnach muss der Besitzer mehrerer Katzen verhindern, dass mehr als ein Tier auf dem Nachbargrundstück herumläuft. Nach Auffassung des LG Darmstadt (LG Darmstadt 17.3.1993 - 9 O 597/92) besteht sogar eine Duldungspflicht gegenüber zwei Katzen "pro Nachbar". Das Amtsgericht Neu-Ulm (AG Neu-Ulm, 2 C 947/98) hat entschieden, das drei Katzen eines Nachbarn nicht vom Gartenbesitzer geduldet werden müssen. Der Nachbar muss danach dafür sorgen, dass nicht mehr als zwei seiner Katzen auf einem fremden Grundstück streunen.

Der Grund für diese "katzenfreundliche" Rechtsprechung wurzelt in der nachbarlichen Verpflichtung zur gegenseitigen Rücksichtnahme: In einem Wohngebiet mit Einfamilienhäusern und Gärten gehört eine Katze mit Freilauf zur Lebensführung. Zwar kann ein Grundstücksbesitzer einerseits jede Störung auf seinem Besitz untersagen, anderseits gibt es auch den Rechtsgrundsatz des nachbarlichen Gemeinschaftsverhältnisses. Danach soll sich jeder so verhalten, dass ein Miteinander möglich ist. Das Tolerieren einer Katze im Garten gehört nach allgemeiner Auffassung dazu.

Hinweise:
Wegen der Verpflichtung zur Duldung der Katze des Nachbarn kann der Grundstücksbesitzer lediglich nicht verlangen, dass die Katze entweder nur im Haus oder an der Leine gehalten wird. Es bleibt ihm natürlich unbenommen, jede Katze, die auf seinem Grundstück herumstreunt, zu verjagen (vgl. AG Rheinberg, Az. 10 C 415/91).
Der Grundstücksbesitzer kann vom Besitzer der Katze Ersatz von Schäden, die nachweislich durch die Katze verusacht worden sind, verlangen.