29 maart 2010

Waarom het boek inderdaad heilig is

In de snelle wereld van internet, WLAN, palmtop en E-Book is er steeds minder tijd voor boeken. Sommige mensen argumenteren dat de noodzaak van boeken verdwijnt, je kunt immers alles opslaan op geheugenchips, en dan lezen op handige apparaten. Je hebt nog maar een zo'n apparaat nodig - een E-Book, palmtop, iPad of whatever -, het liefts met een online-aansluiting, en je hebt alle boeken tot je beschikking.

Ze vergelijken het met andere dingen die verdwenen zijn, zoals muziekdragers in de vorm van LP's en CD's. De analogie tussen boeken en LP's heeft echter een groot manco. Een LP biedt bij het afspelen geen enkel voordeel tegenover een mp3-player, de player is gewoon een technisch betere uitvoering van de platenspeler. Het boek biedt tegenover zijn elektronische versie wel een aantal zeer grote voordelen:
- Een boek is tot in lengte van dagen "backwards compatible". We kunnen nu nog boeken lezen die duizend jaar geleden geschreven zijn, probeer dat maar eens met een floppy disc van 20 jaar oud, of een harde schijf van 10 jaar geleden. Dit is meteen het sterkste argument, en op zichzelf geeft dit al aan wat het bestaansrecht van boeken is. Maar er is meer.
- Voor een boek heb je geen elektriciteit nodig (misschien een leeslampje, maar daar blijft het bij).
- Een boek kan 3 hoog uit het raam vallen zonder dat het kapot gaat, het kan in het water vallen zonder kortsluiting te veroorzaken. De HARDWARE van een boek is vele malen robuuster dan die van zijn processor-bestuurde contrahent.
- Als een boek werkelijk uitgediend is, kun je het altijd nog in de open haard gooien. Met een E-Book lijkt me dat niet zo verstandig.

Dat waren de harde argumenten. Maar boeken hebben ook een hoge gevoelswaarde.

Veel mensen zullen bevestigen dat de beleving van een boek heel anders is dan een tekst op de pc. Met een E-Book heb ik nog geen ervaring, misschien is het daarmee anders. Een tekst op de pc is een tekst uit duizenden. Op de pc moet je kiezen uit de overvloed aan informatie, en daardoor worden veel teksten alleen maar vluchtig gescand. Snel uitlezen, want er is nog meer te zien. Zoveel mogelijk lezen, anders mis ik misschien iets belangrijks. Er wordt zoveel bagger aangeboden, dat je gedwongen wordt tot deze werkwijze. Het is net als televisie, je moet waden door een wijds moeras vol met rotzooi, om de kleine zeldzame waardevolle plekjes te vinden. Pink Floyd wist dat twintig jaar geleden al: "I've got sixteen channels of shit on the t.v. to choose from." Bij een boek is dat anders. Alleen al de hindernis van het uitgeven en drukken is een krachtig filter. Een beetje uitgever drukt alleen titels die ze de moeite waard vinden. Als je vindt dat er ook veel rotzooi in boekvorm wordt gedrukt, dan moet je eens op de uitgever gaan letten. De kans is groot dat de boeken die je graag leest bij een uitgever vandaan komen die nog meer biedt dat jou aanspreekt.

Het boek is niet alleen een heel handige uitvinding, het is de bakermat van de beschaving. De boekdrukkunst zorgde ervoor dat kennis systematisch doorgegeven kon worden naar volgende generaties. Het gedrukte woord op papier zorgde ervoor dat we uit de donkere middeleeuwen zijn gekomen. En daarvoor verdient het boek een ereplaats. Wij hebben aan boeken zoveel te danken, dat het inderdaad heiligschennis is om te beweren dat we ze ooit niet meer nodig zullen hebben. Natuurlijk zal elektronisch leesvoer een steeds grotere plaats innemen in het totale aanbod. Het voordeel van de lage drempel van elektronisch leesvoer en de daarmee gepaard gaande versnippering, is dat er steeds meer teksten verschijnen die maar voor weinig mensen interessant zijn. (Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan mijn eigen blog.) De nadelen heb ik hierboven al voldoende beschreven.

Boek, ik buig voor u.

27 maart 2010

Vegetarier coming-out

Om nou openlijk tegen vrienden en collega's te zeggen dat je geen vlees wilt eten, dat is als man en als levenslange vleeseter een beetje raar. Bijna iets om je voor te schamen, en dat wordt nog eens versterkt doordat we hier in Thüringen zijn, het land van de Thüringer Bratwurst. Het toppunt van gezelligheid (niet ironisch) is hier een grill-abend, waarbij gemiddeld per persoon ongeveer anderhalve braadworst, een Brätl (een ingelegde karbonade), en misschien nog een of twee shasliks gegeten worden. Als mannelijke vegetarier ben je een exoot, een spelbreker of misschien wel een eco-freak.

Misschien komt vegetarisme straks ook uit de USA overwaaien, net zoals fittness, joggen, en niet-roken. Van Amerika is immers bekend dat ze alles goed doen, nadat ze het eerst 3 keer goed fout hebben gedaan.

Ik eet nu dus weinig vlees zonder dat ik daar mee te koop loop (m.u.v. dit blog). Zelfs niet tegenover mevrouw Hollander-in-Duitsland. (Hoe kan dat nou, zul je zeggen. Dat kan omdat ik de warme maaltijd 's middags in de kantine op het werk neem. 's Avonds eten we meestal alleen brood en een salade.) Nou werd dat vanmorgen een beetje moeilijk, omdat we onze cadeaubon voor "Ein Frühstück für Verliebte" in het mooie Cafe Residenz in Weimar verzilverden. Zo een ontbijt bestaat uit koffie, jus d'orange en sekt, een mandje met bolletjes, en een schaal met beleg bestaande uit verschillende soorten kaas, zalm, fruit en heel veel worst. Toen mevrouw HID mij de worst aanbood, moest het hoge woord eruit. Verbazing was het antwoord, en de wetenschap dat je zoiets dan beter van te voren kunt zeggen. Nu hebben we de vleeswaren mee naar huis genomen om aan de dieren op te voeren, dan wordt het tenminste niet weggegooid.

Als (quasi-)vegetarier moet je jezelf vaak rechtvaardigen en word je vaak meewarig bekeken. Dat weet ik uit de ervaring van mevrouw HID. Het is eenvoudiger om te zeggen dat je geen vlees verdraagt vanwege je maag, omdat anders de vleeseters oeverloos met je willen discussieren. Dat moet je wel wanneer je als vleeseter geconfronteerd wordt met het onderwerp, omdat je anders moet toegeven dat je dagelijks iets doet dat je eigenlijk moreel niet kunt verantwoorden.

Dus: ik krijg last van mijn maag als ik vlees eet, rood vlees is een belangrijke veroorzaker van darmkanker, de op een na meest voorkomende vorm van kanker, en daarom eet ik weinig vlees.

22 maart 2010

Welkom! - Welcome!

Wij heten de USA van harte welkom bij de beschaafde wereld.

We are very happy to welcome the USA to the civilized world.

Het zorgplan van Obama is erdoor.

Obama's healthcare plan approved by the House.

20 maart 2010

Aangenaam, ik ben uw vlees - Meet your meat

Probeer om het filmpje uit te kijken. Het bestaat uit verschillende opnames met de verborgen camera, gemaakt in verschillende bedrijven van de bio-industrie in de USA, door leden van de PETA. Als je dit gezien hebt, dan begrijp je waarom deze bedrijven nogal huiverig zijn voor publieke aandacht, waarom ze geen rondleidingen geven, en waarom het zo cynisch is als ze romantische plaatjes van ouderwetse boerderijen op de verpakking van hun produkten zetten.

De beelden zijn schokkend en hard. Als je het gezien hebt, dan kun je niet meer zeggen "ich habe es nicht gewusst".


19 maart 2010

Dieren lijden niet zo zeer

Om vlees te eten en tegelijkertijd de cognitieve dissonantie (eindelijk kan ik dat woord een keer gebruiken) te vermijden, dat voor jouw kleine genoegen een dier moest lijden en sterven, worden meerdere strategieen gebruikt (en ik spreek uit ervaring):

1. In de natuur worden dieren ook gegeten.
2. Dieren zijn een lagere levensvorm, waar maak je je druk om?
3. Dieren hebben geen bewustzijn zoals wij, de mensen, en daarom lijden ze niet zo zeer.


De eerste twee argumenten zijn eenvoudig te ontmantelen:
-1a: Ja, maar dieren die andere dieren eten kunnen niet anders, mensen wel.
-1b: Ja, maar niet op een industriele manier waarbij het slachtoffer zijn hele leven lang gevangen wordt gehouden.
-2:  Bij nader inzien is deze toch niet zo makkelijk te ontmantelen. Ik kan zeggen dat dat wreed en gevoelloos is, maar dan zeg jij: nou en? Wreed en gevoelloos te zijn is tegenwoordig niet meer slecht. Wat dacht je hiervan: Als je werkelijk zo denkt, dan hoed je voor de dag dat je tegenover een nog hogere levensvorm komt te staan.


Maar de derde is iets subtieler. We WETEN niet zeker in hoeverre dieren lijden, omdat ze het ons niet kunnen vertellen. Mijn mening daarover is het volgende. Lijden kan op veel verschillende manieren: pijn, honger, vermoeidheid, gebrek aan bewegingsvrijheid, gebrek aan sociale kontakten met soortgenoten, und und und. Wat al deze manieren van lijden met elkaar gemeen hebben, is dat het gevoelens zijn. Er komen geen bewuste denkprocessen bij te pas. Iedereen die wel eens een huisdier heeft gehad, weet dat je dieren van veel kunt beschuldigen, maar niet dat ze geen gevoelens hebben. Dieren zijn blij, ze schrikken, ze hebben honger, ze kunnen bang zijn, ze kunnen doodsangst hebben (zelfs al weten ze volgens ons niet dat ze gaan sterven), ze kunnen geirriteerd en boos zijn, ze kunnen voorvreugde hebben. In feite kunnen we stellen dat dieren juist op dit gebied de meeste overeenkomst met ons hebben. Dat is ook niet zo gek, want wij zijn tenslotte ook dieren, we hebben alleen een groter stel hersens. En daarom lijden dieren hoogstwaarschijnlijk precies zoals wij.

Natuurlijk kun je er ook gewoon niet aan denken, net als aan de dood. Maar dan maak je je er te gemakkelijk vanaf.

15 maart 2010

13 maart 2010

Sexistische maatschappij

Grapje tussendoor:


Vertaling:
Sharxxx: Het is raar hoe sommige dingen beschouwd worden door de maatschappij. Stel dat een man met veel vrouwen heeft geslapen, dan is hij de grote jongen, of een hengst. Maar als een vrouw dat doet, dan is ze een slet of een hoer. Is de maatschappij niet sexistisch?
Brandonxxx: Dat moet je zo zien. Als een sleutel een heleboel verschillende sloten kan openen, dan is dat een loper, en dat is geweldig om te hebben. Maar als je een slot hebt dat je met veel verschillende sleutels kunt openen, nou, dat is een behoorlijk prut-slot als je het mij vraagt.

Wankelende wetenschap

Het woord wetenschap wordt tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt, en is daardoor behoorlijk in diskrediet geraakt. Veel mensen menen dat je in de wetenschap moet 'geloven', dat het niet meer is dan nog een 'mening', of een religie. Terwijl de echte wetenschap toch iets heel anders is.

Wetenschap is het vergaren van kennis volgens de wetenschappelijke methode. De wetenschappelijke methode bestaat eruit dat je voor een vreemd verschijnsel eerst een mogelijke verklaring bedenkt. Dat noem je een hypothese. Vervolgens ga je methodes bedenken om deze hypothese te testen. Dat doe je middels bewijzen. Als je een van de hypotheses kunt bewijzen, dan heb je nieuwe kennis vergaard.

Een simpel voorbeeld. Dingen vallen naar beneden, waarom? Newton bedacht dat alle voorwerpen elkaar aantrekken. Hoe meer massa een voorwerp heeft, des te groter is zijn aantrekkingskracht. De aarde heeft meer massa dan alle voorwerpen die zich erop bevinden, dus alles wat wij kennen wordt naar de aarde toe getrokken. Hij stelde een formule op, F = M * a, oftewel de kracht waarmee een voorwerp wordt aangetrokken is evenredig met zijn massa en met de versnelling. De versnelling is in dit geval altijd gelijk, namelijke de valversnelling. Alle experimenten bevestigden deze hypothese, en zo hadden we weer iets geleerd. Het grappige is dat deze kennis ook bevestigd werd toen we veel later naar de maan reisden en daar een lichtere zwaartekracht aantroffen. De maan heeft minder massa dan de aarde, en oefent dus een kleinere aantrekkingskracht uit.

Wat geen wetenschap is, dat is het vergaren van kennis en het bedenken van hypotheses, zonder deze hypothese te toetsen of te bewijzen. Homeopathie is geen wetenschap, omdat je niet proefondervindelijk kunt bewijzen dat het werkt. En ook al geloofde Einstein in god - iedereen heeft een zwakke plek -, hij heeft nooit beweerd dat je dat kunt bewijzen. En ook al heeft Einstein veel betekent voor de wetenschap, dat betekent nog niet dat alles wat hij zegt of denkt wetenschappelijk is.

Een integere wetenschapper is de eerste om ruiterlijk toe te geven dat hij iets niet kan verklaren. Toen wetenschappers steeds verder kwamen op het gebied van de kleine deeltjes, moesten ze dus toegeven dat er steeds meer dingen waren die ze niet konden verklaren. Aha, riepen toen een aantal mensen! Zie je wel, "de wetenschap" weet het ook niet. De fout die ze toen maakten, is om de wetenschap in het algemeen te wantrouwen, en al die dingen die de wetenschap wel kan verklaren en die we in het dagelijks leven op ontelbare manieren toepassen, te negeren. Voeg daaraan toe een mix van onserieuze wetenschappers die op roem of geld uit zijn, journalisten die uit de verschillende wetenschappelijke publicaties een paar kreten 'out of context' oppikken, en politici die daar weer gebruik van maken, en de verwarring is compleet.

11 maart 2010

Een ei hoort erbij

Ik lees momenteel 'Eating Animals' van Jonathan Safran Foer. Het gaat over de bio-industrie in de USA, en je wordt er niet vrolijk van. Ik dacht dat ik redelijk op de hoogte was, maar dat valt tegen. Er staan een hoop wetenswaardigheden in, en ik wil er eentje uitlichten. Het gaat over kippe-eieren.

Er is niks mis met een kippe-ei toch? Als het een bio-ei is, dan komt het van een kip die in goede omstandigheden leeft.

Je moet weten dat er tegenwoordig door genetische selectie twee volkomen verschillende kippen worden gehouden: legkippen, die lang leven en veel eieren leggen, en vlees-kippen, die zeer snel groeien en na ongeveer 40 dagen slachtrijp zijn. Legkippen zijn niet geschikt om te slachten. Dat is veel te duur, ze groeien niet snel genoeg. (En het is slecht voor het milieu, zegt de kippenboer, want ze schijten natuurlijk ook meer). Dus wat gebeurt er met de mannelijke kuikens van de legkip-soort? Die zijn niet te gebruiken. Die worden vernietigd. 30 miljoen per jaar, alleen in Nederland. Ze worden vergast, of levend in de hakselaar gegooid. (Dat laatste vinden ze in Engeland humaner, omdat het sneller gaat...)

Eet smakelijk.

Overigens zijn er wel mensen die proberen hier verandering in te brengen.

8 maart 2010

Voortdurend onbegrip

Gisteravond kwam ik thuis en zette de radio aan om het hoorspel 'Das Haus' (Het Kaartenhuis) van Mark Danielewski  te horen. Het Kaartenuis is een ingewikkeld en geheimzinnig verhaal over een huis dat toegang biedt tot een reusachtig onderaards labyrint. Mijn kennis A. had het aanbevolen, hij had het boek gelezen.

Omdat we net terugkwamen van de bioscoop, was het hoorspel al 10 minuten aan de gang. Normaalgesproken probeer ik een film of een verhaal van begin tot einde 100 procent te berijpen, en het irriteert me als ik denk dat ik iets gemist heb dat misschien een belangrijke aanwijzing was. Geregeld laat ik tijdens de film de gebeurtenissen en de relaties tussen de verschillende personen nog eens voor mijn innerlijk oog de revue passeren, om toch maar vooral het overzicht te behouden. Hier was dat volkomen onmogelijk. Ten eerste is het verhaal zo opgezet, dat er helemaal geen oplossing voor het mysterie is, in die zin valt er niets te begrijpen. Ten tweede is het een ingewikkeld verhaal met veel personages. Ten derde is het zeer fragmentarisch opgebouwd, met snelle scene-wisselingen en geluidseffecten. En ten vierde had ik het begin gemist.

En toch kon ik aandachtig luisteren. Het was alsof ik in het diepe was geworpen en moest zwemmen of verzuipen. Ik voelde mij een beetje als de hoofdpersoon in de film Percy Jackson, die ook het grootste gedeelte van de tijd niet weet in welke richting hij moet gaan, en die dan voor de zekerheid maar alvast begint te lopen. Ik bevond mij in een staat van voortdurend onbegrip, en toch kon ik mij voortbewegen en instinctief reageren op de momentane situaties in het verhaal. Op dat moment begon mij de analogie te dagen met situaties in het werkelijke leven.

Op mijn werk bevind ik mij op een punt waarbij ik het meeste volkomen begrijp van alles dat tot mijn taken behoort. Ik ken de grote lijnen, ik weet meestal wat er staat te gebeuren, en ik kan anticiperen. Dat is een goed gevoel, een gevoel van controle en macht. In andere situaties is het volkomen anders. Het meest voor de hand liggende is een nieuwe baan. Maar ook een feestje of een bijeenkomst waarin je de stap neemt om in gesprek te raken met nieuwe mensen, kan een overgang zijn naar een staat van voortdurend onbegrip, of misschien is hier de uitdrukking 'voortdurende onwetenheid' een betere omschrijving. Dat is het moment waarop je de landkaart weglegt, je vinger nat maakt en omhoog steekt om te kijken uit welke richting de wind waait, en er toe overgaat om je instincten te gebruiken. En dat is ook een goed gevoel.

1 maart 2010

Het dagelijkse dilemma

Als kind tekende ik altijd stripfiguren in de kantlijn en op allerlei andere blaadjes. Het ging zover dat mijn ouders zeiden: "Teken nou eens iets anders dan die Donald Duckies." Ook hier had ik niet genoeg talent om er een beroep van te maken, helaas. Wat ik wel kan is mijn huisvlijt op mijn blog zetten. Bij deze.

(Klik als je het groter wilt zien)