16 april 2008

De vrije wil


Een heftig omstreden vraag is of de vrije wil bestaat of niet. Het probleem bij deze discussie is dat veel mensen een verschillend idee hebben wat dit begrip eigenlijk betekent. Voor de een betekent vrije wil dat je onafhankelijk van de voorgeschiedenis op een bepaald moment een beslissing kunt nemen, en het is daarbij volkomen onvoorspelbaar welke van de verschillende alternatieven je kiest. Er zijn verschillende keuzes die je kunt maken, bijvoorbeeld: maak ik huiswerk of oefen ik gitaar; je weegt af wat belangrijk of leuk is; je komt tot een verstandige conclusie (huiswerk maken!); en die voer je dan uit. Als je nu tegen alle logica in deze keuze zou kunnen verwerpen en je de andere keuze maakt, pas dan heb je volgens deze opvatting een vrije wil. Deze opvatting wordt 'onvoorwaardelijke vrije wil' genoemd.

Of dit werkelijk mogelijk is, is diskutabel. Waarschijnlijker is dat een gegeven persoon in een gegeven situatie altijd dezelfde keuze maakt, deze is afhankelijk van zijn persoonlijkheid, zijn ervaringen en uiterlijke omstandigheden. Hij kan zijn keuze niet voorspellen, maar de keuze staat van te voren vast (uitgaande van een zogenaamd deterministisch wereldbeeld, dat wil zeggen dat alles wat er gebeurt een gevolg is van iets dat daaran vooraf ging). De opvatting 'voorwaardelijke vrije wil' zegt nu dat je toch een vrije wil hebt, omdat de keuze gebaseerd is op de neigingen en opvattingen van de persoon, en dus zijn wil vertegenwoordigt. Het is de vraag of het begrip 'vrij' hier gebruikt mag worden, omdat er geen alternatief bestaat van de gemaakte keuze. Een citaat van Schopenhauer geeft dit aardig weer:
'Der Mensch könne tun, was er will, aber er könne nicht wollen, was er will'

Veel mensen die ageren tegen het begrip vrije wil hebben het over de onvoorwaardelijke vrije wil, en dat die mogelijk is, is inderdaad onwaarschijnlijk. Het probleem is namelijk dat je voor de onvoorwaardelijke vrije wil een soort 'über-ich' nodig hebt die onafhankelijk van alle voorgeschiedenis en alle omstandigheden een toevallige keuze moet kunnen maken. De eerste vraag die daarbij rijst is: wat is dat voor een über-ich, die moet haast wel immaterieel zijn om volkomen onafhankelijk van alles te kunnen handelen.

Ik ben opgehouden over deze vraag na te denken toen ik me realiseerde dat het voor mijn dagelijks leven volkomen irrelevant is of ik een onvoorwaardelijke vrije wil heb of niet. Omdat ik de toekomst niet kan voorspellen, weet ik ook niet welke keuze ik deterministisch gezien in de toekomst zal maken, en dus weet ik ook nooit of mijn über-ich van dit vastgelegde pad kan afwijken of niet.

So weit so gut.

En toen las ik vorige week in Der Spiegel over een interessant experiment dat onlangs is uitgevoerd in de USA. Een groep testpersonen kreeg een vragenlijst voorgelegd die zodanig was opgesteld, dat je bij de antwoorden kon sjoemelen. De helft van de groep kreeg voorafgaand aan de test een tekst te lezen waarin werd geargumenteerd dat de vrije wil niet bestaat. Het bleek dat deze helft van de groep signicant meer sjoemelde bij het beantwoorden van de vragen. De conclusie ligt voor de hand dat zij dat deden omdat ze veronderstelden dat zij er sowieso niets aan konden doen omdat al hun handelingen al van te voren vastliggen. M.a.w., het feit dat ze sjoemelen is niet hun eigen schuld want ze kunnen hun eigen beslissingen niet beinvloeden.

Dat leidt tot de paradoxe conclusie: het is niet relevant of je een vrije wil hebt, maar wel of je gelooft dat je een vrije wil hebt. Daaraan is namelijk verbonden of je vindt dat je verantwoordelijk bent voor je eigen handelingen. Het geloof aan de vrije wil of de verantwoordelijkheid voor je eigen daden is een deel van je ervaringen en daarmee een van de bouwstenen van je beslissingen, zodat daarmee weer is verklaard dat je geen onvoorwaardelijke vrije wil hebt. Een aardige circulaire redenering, vind je ook niet?

3 opmerkingen:

  1. Dat is een mooie bijdrage, Bob! Des te merkwaardiger dat daarop dan helemaal niemand reageert. Wat me ook bevalt is dat je je beperkt. Het probleem als geheel, dat de mensheid al sinds eeuwen bezig houdt, is toch veel te groot om te omvatten.

    Enkele deelmijmeringen mijnerzijds:

    De nieuwe kennis over genen en over hersens geven nieuw voedsel aan de onvrijheid van de wil. Ik vrees dat de tegenstanders van de vrije wil hun kans schoon zien met de nieuwe kennis de publieke opinie te manipuleren, en dat hun uitlatingen helemaal geen onontkoombare onderzoeksresultaten zijn.

    Straf en vrije wil: een serieverkrachter of kinderschender wordt, als ze hem te pakken krijgen, zwáár gestraft. Natuurlijk is het van belang, dat hij niet de kans krijgt het nog een keer te doen. Maar zuiver theoretisch is hij waarschijnlijk minder ‘schuldig’ dan een boekhouder die geld verduistert. Je hoort steeds dat zo'n verkrachter, als hij een weekend op verlof mag, tóch weer toeslaat, hoewel hij bij de therapie juist zulke aardige vorderingen leek te maken. Ik denk dat zijn hersens ooit geprogrammeerd zijn geraakt op zulk gedrag. Hij ‘kan er niets aan doen’; zijn wil is niet vrij (meer). De boekhouder had het (nog) wél kunnen laten.

    Wie leven er gemakkelijker, vlotter? Dat zijn toch de mensen die aan de vrije wil geloven.
    Theoretisch zouden extreme calvinisten, die geloven dat alles is voorbestemd, het er in dit leven lekker van kunnen nemen. Maar dat doen ze niet; het zijn vaak tobbers die weinig vreugde in het leven hebben. Het is ook gemeen: ze kunnen er niets aan doen dat ze zondaren zijn, maar zijn later wel voor eeuwig verdoemd.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dankjewel, emigrant. Dit stukje stamt uit de begintijd van mijn blog-"carriere", er waren toendestijds weinig lezers, en dus ook weinig commentaren. Ik ben op een gegeven moment aktief op zoek gegaan naar lezers door mijn 'Senf' op andere blogs te plempen, en overal mijn URL te laten slingeren. Zonder lezers is het toch een Luftübung.

    De bestraffing van criminelen is tegen deze achtergrond zeer interessant. Twee argumenten voor bestraffing, zelfs in de veronderstelling dat er geen absolute vrije wil bestaat:
    1 - Gedurende de tijd dat de crimineel achter slot en grendel zit, kan hij/zij alvast geen andere misdaden begaan. Afgezien van het feit wat hij daarna doet, is dat al iets gewonnen.
    2 - Ook zonder absolute vrije wil is de keuze die iemand maakt - bijvoorbeeld beroof ik een bank of zoek ik een normale baan - afhankelijk van de gevolgen die hij verwacht van zijn acties; van de 'uiterlijke omstandigheden' zoals ik die noemde in de tekst. Een wereld zonder bestraffing is een andere dan een wereld met bestraffing, en de mensen (zonder vrije wil) zullen in een wereld met bestraffing minder vaak er voor kiezen om de wet te overtreden.
    Je kunt niet zeggen dat iemand altijd de keuze zal maken om een bank te te beroven, omdat hij nu eenmaal geen vrije wil heeft, omdat de keuze van de omstandigheden afhangt.
    In een wereld met bestraffing zal een BEPAALDE persoon in BEPAALDE omstandigheden er ALTIJD voor kiezen de bank te beroven.
    In een ANDERE wereld (met bestraffing), zal DIEZELFDE PERSOON in bijna dezelfde omstandigheden (de omstandigheden zijn verschillend, omdat hij een bestraffing kan verwachten), mogelijk een andere keuze maken.

    Poeh, dat is een hersenkraker.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. 20090802:
    1- ik mis een definitie van misdaad.
    2- de grootste bankrovers bekleden de topposities van het bankwezen. Jongens als de Daltons jatten een bedragje bij elkaar en worden zwaar bestraft. Zeker als de roof uit de hand liep en er niet alleen stoffelijke schade te betreuren viel. Groeningen komen er mee weg en betrokken politici beroepen zich op omstandigheden.
    De echte rovers, die legaal stelen en bedriegen - vaak niet gehinderd door enige kennis van zaken, krijgen een politieke vrijgeleide. Er is sprake van vrije wil bij deze ceo's en bobo's. Van bestraffing is nauwelijks sprake dus ze zullen (hoeven) nooit andere keuzes te maken.

    BeantwoordenVerwijderen