23 oktober 2011

Dagboek 1942-1945, Nederland Hongarije (6)

Hoofdstuk 6 – De Russen

Al ruim drie maanden woonden we in de kelder onder niet aflatend kanongebulder en trillende muren, toen op een avond in januari lange rijen Duitse soldaten door onze kelder liepen om zich ondergronds terug te trekken. Het oorlogsrumoer buiten werd wat minder, en een paar straten, waaronder de onze, werden niemandsland. Dat gaf een spannend gevoel. De Russen hadden deze straten nog niet ingenomen. Toch zag ik op een van onze watertochten door een bovenraam van een andere kelder de eerste Rus op straat zitten, waar hij op zijn gemak een automatisch geweer afschoot.
Ondertussen was een Hongaarse officier van de gevechten in de kelder teruggekeerd bij zijn vrouw. Iedereen, en natuurlijk zijn echtgenote het meest, bezwoor hem om zijn uniform uit te trekken en in de kelder te blijven. Helaas bleek hij een van de fanatici te zijn, hij was niet te vermurwen. Volgens hem was het mogelijk, ondanks dat alle acht bruggen over de Donau allang opgelazen waren, met een klein bootje de rivier over te steken om zich in Buda, de westelijke zijde van Budapest, bij de troepen te voegen die daar doorvochten tegen de Russen. Alle pogingen om hem over te halen bleven tevergeefs, op een van de volgende nachten was hij verdwenen.
Na een dag of vier niemandsland geweest te zijn, kwam de eerste Rus de kelder in: een lange exotisch uitziende figuur, voorzien van de karakteristieke bontmuts met opgeslagen randen, en in elke hand een pistool. Op zijn hoede doorzocht hij de kelder op Hongaarse nazi's en Duitsers. Aan mij, als vrijwel enige jongeman, vroeg hij waar het getto was. Ik ging met hem naar boven en maakte duidelijk dat het in de volgende straat was, kennelijk wilde hij het getto bevrijden. Later heb ik gezien dat zij het getto openbraken en vrouwen uit blijdschap vrijwillig met de Russen verkeerden.
Bij een volgende tocht om water te halen passeerden wij weer de wijnkelder, waar nu vele Russen dronken op de houten tafels hun roes lagen uit te slapen. Enkele anderen hadden hun mond maar direkt aan de kraantjes van de grote vaten gezet, het was voor hen één groot feest.
Twee dagen later, het was al de tweede helft van januari, kwam ik voor het eerst weer echt de straten op, als een mol die boven de grond komt. Ik wreef mijn ogen uit, het kwam mij voor alsof de geschiedenis een paar honderd jaar terug was gezet. Ik zag: geen burgers maar een bont gekleurde menigte van Russische soldaten kris kras door elkaar lopen, zich opwarmend aan kolossale vuren van opgestapeld puinhout, het vroor zestien graden(!), huifkarren met stro die door paarden werden getrokken met daarin slapende soldaten, Siberiërs die eruit zagen als Chinezen op paarden zonder zadel, Russen die zich meester hadden gemaakt van Duitse of Hongaarse generaals- of officiersuniformen en hun sabel als wandelstok gebruikten bij het over straat lopen. Het leek een absurd theaterstuk. Zij waren wel allemaal voorzien van automatische geweren met de bekende ronde trommel aan de onderkant, waarmee, zo liet ik me vertellen, wel ongeveer tachtig schoten achter elkaar afgevuurd konden worden. Enkele vrouwelijke soldaten, meestal flink van postuur, stonden midden op de kruispunten en regelden het Russische verkeer. Ander verkeer was er niet. Voor de voormalige nieuwsbioscoop Hiradó was de zwarte markt waar de Russen vrolijk aan deelnamen, hun zakken uitpuilend met Hongaars geld. Gedrukt door het 'Rode Leger' stond er zelfs op.


Wordt vervolgd

8 opmerkingen:

  1. Russen en drank, dat lijkt een stabiel huwelijk.
    Marjan

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat vrijwillige 'verkeren' van die vrouwen in het Ghetto en de Russen bezie ik maar met de ogen van het voortschrijdend inzicht. In Berlijn verkeerden ook vele Duitse vrouwen met de Russische soldaten, maar dat was bepaald niet vrijwillig of vol vreugde. Verkrachten was onderdeel van de doctrine van het Rode Leger...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik neem aan dat in Berlijn de vrouwen tot de "vijand" behoorden.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Vanuit het Rode Leger zal het ook voor Hongarije hebben gegolden, immers dat land collaboreerde ook met de nazi's toch???

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Nee, maar dat wisten al die soldaten, meestal ongeletterd, niet....die zagen zeg wat ze graag wilden zien......

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Denk je dat nou echt? Je denkt dat mensen die bevrijd worden uit een getto en die uitbundig vrolijk en gelukkig zijn door soldaten worden gezien als vijanden die je dan kunt verkrachten? Dat kan ik even niet volgen.

    BeantwoordenVerwijderen