23 november 2011

Rufus

Rufus is veertien jaar oud, een zachtaardige jongen. Een dromer noemt zijn moeder hem liefdevol, zijn klassekameraden hebben wat minder begrip voor Rufus. Als hij weer eens ergens op het schoolplein in het niets staat te staren en te peinzen, is hij een makkelijk slachtoffer. Rufus heeft wel een of twee vrienden, maar in de grotere groep speelt hij een ondergeschikte rol. Eigenlijk kan hij beter overweg met meisjes.

Rufus heeft een gave. Niemand weet daarvan, want hij praat er niet over. Voor zover Rufus weet is hij de enige die zo een gave heeft, en als hij zou proberen het uit te leggen, dan is een behandeling bij de psycholoog waarschijnlijk nog het kleinste gevaar: niemand zou hem geloven en ze zouden denken dat hij een psychische afwijking heeft. Voor mensen die deze gave niet hebben is het moeilijk te omschrijven. Rufus kan de gedachten van dieren aanvoelen. Als de kat hem aankijkt of miauwt, dan weet Rufus wat hij daarmee zeggen wil. Dieren kennen geen spraak zoals de mensen, ze denken niet in woorden of zinnen. De gedachten van de dieren bestaan uit emoties, beelden, geluiden en geuren. Als je deze fragmenten begrijpt en op de juiste manier combineert, dan kun je ze vertalen in zinnen, zoals bijvoorbeeld: "ik heb honger", "dat geluid daarbuiten klinkt als een klein vogeltje", en "die hond op straat ken ik".

Bij de kat van het gezin heeft Rufus dit als eerste gemerkt, en gaandewijs ontdekte hij dat het ook bij andere dieren funcioneert. De gedachten van verschillende dieren komen anders over. Bij grote zware dieren zijn ze donker en langzaam, bij roofdieren eerder snel en gejaagd. Hoe intelligenter de dieren zijn, des te minder functioneert de gave. Bij apen kan Rufus alleen iets aanvoelen als het over primitieve neigingen gaat, en bij mensen is de gave zo goed als niet aanwezig.

Er is echter een soort mensen dat Rufus heeft ontdekt waar zijn gevoelsmatige telepathie wel werkt, mensen die dichter bij de natuur staan en nogal verschillen van de normale medemens. Het is een ras van kleine mensen, kleiner nog dan pygmeeen en normale dwergen. Een ras waarvan verstandige mensen weten dat ze alleen maar in sprookjes bestaan: ze worden Kabouters genoemd. Zonder zijn gave had Rufus de Kabouters nooit ontdekt. Kabouters weten zich namelijk normaalgesproken uitstekend te verstoppen voor de mensen, ze weten donders goed dat het anders snel uit is met hun mooie leventjes. Kabouters leven daar waar de mensen niet leven: in onherbergzame grote bossen, moeilijk begaanbare gebergtes, er zijn zelfs enkele groepen die onder de grond leven. Op een vakantie in Canada waar hij tijdens een wandeling in het bos zijn ouders was kwijt geraakt, voelde hij voor het eerst de gedachtes van een Kaboutervrouwtje. Rufus was meteen op zijn hoede, want zulke gedachtes had hij nog nooit waargenomen, ze waren anders van 'vorm' als alles wat hij tot nu toe kende. Het leek op een klein dier, maar de gedachtes waren veel langer en gedifferentieerder. Rufus ging voorzichtig op onderzoek uit en verrastte het Kaboutervrouwtje dat zeer onvoorzichtig lag te slapen onder een struik, en waarschijnlijk levendig aan het dromen was.

Het duurde een hele tijd voordat Rufus het vertrouwen had gewonnen van de Kabouterfamilie; gelukkig was het een lange vakantie en bleven zijn ouders en hij nog meerdere weken in de buurt. In die tijd vertelden de Kabouters aan Rufus wat hij wilde weten over hun levenswijze. Natuurlijk hadden ze liever alles geheim gehouden, maar het kwaad was al geschied, Rufus had ze ontdekt, mensen doden is tegen de Kabouterhoofdwetten, en zo moesten ze hem in vertrouwen nemen en er het beste van hopen.

Voor Rufus is het geen wereldschokkende wetenschap dat er Kabouters bestaan. Voor hem is het gewoon nog een andere levenssoort, en doordat ze zo teruggetrokken leven heeft hij maar weinig kontakt met ze. Hij is er wel een beetje trots op dat hij de enige mens is die zich als vriend van de Kabouters mag beschouwen: Rufus, de Kaboutervriend.

3 opmerkingen:

  1. Ha, Bob, heb je toch iets met hem kunnen doen. Daar ben ik toch een beetje blij over. Misschien ben jij toch degene, die ooit eens een boek zal schrijven.

    Voor jij en mensen, die in het algemeen van die soort wezentjes houden, heb ik hier nog een link naar een prachtig filmpje:

    http://vimeo.com/26716069

    Het gaat hier om een heel live kerel, die die soort wezentjes schildert. Het is Nico Bulder.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ben een grote fan van Terry Pratchett, een Engelse schrijver die spannende en teglijk hele grappige boeken schrijft. Het bijzondere is dat in zijn verhalen naast mensen allerlei fantasiewezens voorkomen, in gefantaseerde werelden en landen, met goden en van alles en nog wat, en dat toch de personen zeer realistisch en levendig zijn. Helaas schijnt hij op dit moment op relatief jonge leeftijd aan dementie te lijden, zodat het niet te verwachten is dat hij nog veel nieuws gaat schrijven.

    Wij hadden vroeger thuis het kabouterboek van Rien Poortvliet, die graag kabouters schilderde.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Rob, zal ik voor de volgende aflevering Rob nemen?

    BeantwoordenVerwijderen