22 december 2019

Gedichten van mijn zus

Het taaie gedeelde begin       07-11-1991

We zijn net onkruid...,
klein begonnen,
vernederd, vertrapt, kapot gemaakt,
maar daarna weer overeind gekomen,
met moeite...,
de blaadjes hingen nog slap, stuk...
of niet meer...
Af en toe nog trappen na gekregen,
maar het bleef staan;
er kwamen zelfs nieuwe blaadjes aan.
Het begon zelfs te bloeien,
en nu is het zo sterk dat trappen ons
niet meer kapot maken,
maar ons verder doen groeien,
en zo groot dat nu altijd
een deel in de zon staat
en straalt
als de zon zelf.

19 oktober 2019

Recept voor zuurdeeg / zuurdesem en brood van zuurdeeg

Na een tijdje in Duitsland ging ik het wat stevigere Duitse brood waarderen, en na nog wat meer tijd ben ik zelf aan het bakken geslagen. Een voordeel van zuurdeeg is dat je geen gist nodig hebt. Nog een voordeel van zuurdeeg is dat het veel beter hanteerbaar is dan deeg met gist. Ik ben zelf eerst begonnen met gist te bakken, en het deeg met gist kleeft ontzettend en is harder. Deeg met gist moet je met de mixer roeren, zuurdeeg kun je makkelijk met een gewone lepel doorroeren. De smaak is iets anders, vroeger hield ik er niet van, maar nu smaakt het me net zo goed als Nederlands brood. Doordat het steviger is, is het beter hanteerbaar en handiger in het gebruik. En je hoeft er niet zo veel sneetjes van te eten om vol te raken.
Zuurdeeg klinkt moeilijk, het duurt meerdere dagen voordat het deeg klaar is. Maar als je eenmaal weet hoe het moet is het vrij simpel. Het kost je niet veel tijd, je moet het alleen van te voren plannen. Hier zijn de recepten:



Zuurdesem / zuurdeeg (250-300 gram)

Benodigheden:
  • 200 g volkoren roggemeel
  • 200 ml lauwwarm water

Dag 1:
50 gram meel en 50 ml water goed doorroeren tot er een kleverig deeg ontstaat. Het deeg 24 uur open in de keuken laten staan bij 20 – 30 graden.

Dag 2:
Het deeg “voeren” met 50 gram meel en 50 ml lauwwarm water, weer goed doorroeren. Afgedekt, maar niet luchtdicht (!) opnieuw 24 uur laten staan bij 20 – 30 graden.

Dag 3:
Het kan zijn dat het deeg al licht zuur ruikt; een goed teken! Voeren met 100 gram meel en 100 ml lauwarm water tot er geen klompjes meer zijn, en weer 24 uur laten staan bij (20 – 30 graden).

Dag 4:
Klaar. 100 gram nemen en apart in een glazen potje in de ijskast zetten. Dit wordt de “starter” voor een nieuw deeg. Het zuurdeeg blijft 1-2 weken goed in de koelkast. Het potje niet vast dicht draaien. Voor het volgende zuurdesem bij dag 2 beginnen! De rest kan nu gebruikt worden om een brood te bakken.

TIP 1:
Als het te koud is in de keuken (20 graden is echt het minimum, anders werkt het niet), en je hebt net als ik geen zin om de verwarming te laten draaien alleen maar voor je zuurdeeg, dan kun je het ook in de oven zetten met alleen het lampje aan. Je hebt dan ook de juiste temperatuur voor het gistingsproces.

TIP 2:
De allereerste keer dat je zuurdeeg maakt, is het meestal nogal “zwak”. Het rijst niet goed en het is nog niet zo zuur. Dat wil niet zeggen dat het mislukt is! Bij de tweede ronde is het zuurdeeg normaalgesproken al veel krachtiger, en na twee of drie keer is het op volle sterkte.

Brood van zuurdeeg

Benodigheden;
  • 300 g zuurdeeg
  • 400 g meel (Ik neem meestal 200 g volkoren tarwemeel + 200 g volkoren roggemeel)
  • 350 ml lauwarm water
  • 50-100 g zonnenbloempitten of pompoenpitten
  • 1 eetlepel suiker
  • 1 afgestreken eetlepel zout

Alle ingredienten in een kom doen en doorroeren tot het deeg niet meer aan de kom kleeft en glad is zonder klompen. (Eventueel 1-2 uur in de kom laten rijzen met een doek erover, en daarna nog een keer doorroeren; dit hoeft niet, het helpt om het brood een betere struktuur te geven.)
Vorm een brood van het deeg en leg het op een bakblik, of doe het in een broodvorm, al naar gelang wat voor een vorm brood je wilt. Laat het afgedekt rijzen op een warme plek (bijvoorbeeld in de oven met het lampje aan), tot het volume ongeveer twee keer zo groot is (1-3 uur).
De oven 10 min voorverwarmen op 200 graden, dan het brood 60 minuten bakken. Het brood is goed als het hol klinkt wanneer je erop klopt, of als er aan een tandenstoker die je erin steekt geen deeg meer blijft kleven.
Laat het brood afkoelen op een rooster, er zit nog veel vocht in en het moet nog wat uitdrogen.

Alternatief als je een keertje haast hebt, laat je het deeg maar 30-60 minuten rijzen, en doe het in de oven zonder voorverwarmen. Het brood rijst dan tijdens het bakken. Laat het nu iets langer bakken omdat je niet voorverwarmt, 60-70 minuten. Het nadeel hierbij is dat de luchtblaasjes zich niet zo goed verdelen, het kan zijn dat je gaten in het brood krijgt. Maar de smaak blijft hetzelfde!

Edit: ik heb een betere foto van het brood geplaatst.



8 augustus 2019

+V -E

Meer Verstand, minder Ego. Dat is mijn nieuwe motto.
Meer verstand
Ik heb altijd gedacht dat ik erg verstandig was, voornamelijk omdat ik mezelf vergeleek met mensen die minder slim waren, of zich nog impulsiever gedroegen dan ik. Over het algemeen is het geen ramp als je je niet altijd verstandig gedraagt, hele volksstammen gedragen zich zo en er zijn een aantal beroepen waar het zelfs een voorwaarde is. Een voorbeeld van mijn onverstandigheid: ik ga vaak niet op tijd naar bed terwijl ik de volgende dag vroeg op moet staan. Vroeger keek ik nog ellenlang televisie, tegenwoordig neem ik mijn tablet mee naat bed en kijk youtube-videos. Het is voor mij een echte daad van wilskracht en innerlijke strijd om dat ding bewust weg te leggen en te gaan slapen. Ander voorbeeld: ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik me kwaad laat maken in het verkeer, door internet-kommentaar of door de media, en dat ik me dan laat meeslepen in dat gevoel. Ook dat is in het dagelijks leven geen groot probleem. Veel mensen zijn precies zo.

Bij het paragliden maakt het wel iets uit als je je verstand niet gebruikt. Als je de statistieken er eerlijk op naslaat, dan kom je tot de conclusie dat paragliden na wingsuit-BASE-jumping de gevaarlijkste bezigheid is die je kunt uitoefenen. Paragliden ziet er vreedzaam uit, maat het is en blijft een vliegsport. Zomaar een paar voorbeelden waar je iedere vlucht aan moet denken: checken of de uitrusting in goede staat is, weten hoe het weer en de wind precies is en hoe het zich in de loop van de dag kan ontwikkelen, niet onnodig dicht naast de berg of boven de grond vliegen, in alle richtingen steeds weten of er nog iemand in de lucht is in jouw buurt.

Minder Ego
In de loop van de jaren heb ik een behoorlijk ego ontwikkeld. Als kind en als puber hoorde ik niet zo bij de cool kids en ik was timide en verlegen met een klein ego. Toen ik begon te werken werd ik meer en meer trots op de kennis en de vaardigheden die ik vergaarde, en mijn ego groeide gestaag. Ik werd gerespecteerd, en mensen begonnen naar me te luisteren als ik iets te vertellen had. Ik kreeg langzamerhand een zelfvertrouwen dat aan zelfoverschatting grenst. In het beroepsleven is dit niet erg, het kan zelfs voordelig zijn; je verkoopt jezelf goed en bent niet bang voor nieuwe projekten. Deze zelfoverschatting in mijn beroepsleven vloeide door naar mijn prive-leven met als gevolg dat mensen mij soms arrogant vinden.

Ook een groot ego kan zeer nadelig zijn bij het paragliden. De wil om te "winnen" (bij paragliden betekent dat hoger en verder te vliegen dan de anderen), zorgt ervoor dat je meer risico's neemt. Als mijn prestaties achter blijven bij mijn eigen verwachtingen, verwachtingen die te hoog zijn omdat ik mezelf overschat, dan kan het gebeuren dat ik krampachtig probeer mijn resultaat te verbeteren door meer risico te nemen. Dit uit zich bijvoorbeeld in te dicht bij de bomen te vliegen om het laatste beetje wind naar boven mee te nemen (om dan door een onverwachte valwind aan de boom te blijven hangen), of dicht bij te grond nog een scherpe bocht te maken om die ene thermiek te vangen (om dan de helft van de paraglider te stallen).

Goede vliegtuig-piloten zijn een bijzonder slag mensen, en het is niet voor niets dat ze zeer streng geselecteerd worden. Ik behoor niet tot dat slag van mensen. Ik wist dat vroeger al intuitief, en nu heb ik geleerd waar dat precies aan ligt. Door schade en schande wordt men wijs. Nou ja, niet helemaal wijs, want ik vlieg nog steeds. Als ik namelijk iets geleerd heb in mijn leven, dan is het dat ik in staat ben om iets te leren, ook al duurt dat soms wat langer...

27 maart 2019

Eventjes jazz piano leren

Net als bij het paragliden heb ik mij erin gestort zonder planning van te voren, en zonder er grondig over na te denken. Ik speelde al 10 jaar "gewoon" klassiek piano, en dacht dat ik in een of twee jaar zou leren om aardig jazz-piano erbij te doen. Ik heb het grondig onderschat.

Ik ben er nu een jaar of twee min of meer regelmatig mee bezig, en nu pas heb ik er een idee over wat er überhaupt allemaal bij komt kijken. Om jazz te kunnen spelen moet je een aantal dingen kunnen die bij het "spelen van bladmuziek" niet perse nodig zijn:

1) We beginnen met het belangrijkste. Je moet de muziek begrijpen met betrekking tot de harmonie. Dat wil zeggen, je moet op ieder moment in een lied weten in welke toonaard het is, welke toonladder / mode in deze toonaard gebruikt wordt, welk akkoord op dat moment in de begeleiding van de melodie gespeeld wordt, welke alternatieve akkoorden je zou kunnen gebruiken, wat het volgende akkoord is waar je als het ware naartoe speelt, en welke modulaties (verandering van toonaard) er optreden.

2) Je moet in staat zijn met minimale informatie, die bestaat uit de hoofdmelodie en akkoordsymbolen, zelf een zinvolle begeleiding te spelen. Je bepaalt zelf wat je speelt. Dat betekent dat je alle akkoorden moet kennen. Welnu, alle akkoorden is vrijwel onmogelijk, ik zal de belangrijkste opsommen. Bedenk daarbij het volgende: Ieder akkoord kun je in twaalf verschillende toonaarden spelen, in drie of vier omkeringen, en dan nog in verchillende "voicings": akkoorden worden meestal niet in de basisvorm gespeeld, maar bijvoorbeeld uitgesmeerd over twee of meer oktaven en met twee handen gespeeld. Dat betekent voor een simpel C-majeur akkoord dat je het op ongeveer 10 verschillende manieren kunt spelen. Maal twaalf voor de verschillende toonaarden zijn we bij 120 manieren voor een majeur akkoord. Bij het spelen bepaal je dus zelf welke vorm je speelt. Dat hangt af van de melodie, de akkoorden die ervoor en erna komen (voice leading), het karakter van het lied, en de samenstelling van de band waarin je speelt. De belangrijkste akkoorden zijn:
major
major 6
major 7
dominant 7
(dominant 7 b5)
major 9
(major b9)
(major #9)
(major #11)
major 13
(major b13)
major sus4
major sus2
minor
minor 6
minor 7
minor 7 b5 (ook bekend als half verminderd)
minor major7
 (een mineur akkoord met een grote septime)
minor 9
minor 13
minor sus 4
minor sus2
diminished
diminished 7
(Als bijkomend probleem is er het feit dat de notatie van akkoorden niet gestandaardiseerd is, en zelfs sommigen tonen heten anders in het Duits.) De akkoorden tussen haakjes zijn de zogenaamde altered chords. Zo komen we grof geschat op 24 verschillende akkoorden, maal 12 (voor de toonaarden), maal ongeveer 10 (voor de omkeringen en voicings), zijn een kleine 3000 akkoorden. Natuurlijk lijken veel akkoorden op elkaar en maak je gebruik van patronen, anders is het niet te doen. En natuurlijk heb ik veel akkoorden weggelaten. Er zijn allerlei exotische afwijkingen.

3) Je moet in staat zijn te improviseren. Improviseren is een hoofdstuk apart. Improviseren is geen uitvinding van de jazz-musici, in de klassieke muziek werd vroeger ook geimproviseerd. Hiervoor was bijvoorbeeld in een concert met een solo-istrument een speciaal deel van het stuk, genaamd cadens, gereserveerd, waarin de solist zich uit mocht leven. Om de een of andere reden is dit uitgestorven, de cadens werd meer en meer precies voorgeschreven in noten, en de kunst van het improviseren werd op de achtergrond gedrongen. Van bepaalde grote komponisten zoals Chopin en Bach is bekend dat ze veel improviseerden. De jazz-musici valt de eer toe deze kunst weer tot leven te hebben gewekt. In jazz wordt geimproviseerd op een bestaand lied tegen een gegeven begeleiding. Om te kunnen improviseren moet je in staat zijn de tonen in je hoofd te horen voordat je ze speelt, zodat je weet of je geen onzin speelt. Een goede improvisatie is muzikaal zinvol, met een begin, een hoogtepunt en een einde. In een improvisatie kun je de oorspronkelijke melodie gebruiken, maar dat hoeft niet.

Misschien ga ik binnenkort in een bandje meespelen, dat weet ik nog niet. Een realistisch doel lijkt mij, om als ik met pensioen ga, (dat duurt nog 10-12 jaar) zover te zijn dat ik als solo-pianist in cafes en restaurants kan optreden. Dan heb ik in ieder geval iets zinnigs te doen tegen die tijd.

26 februari 2019

Begrafenis

Binnenkort staat de derde begrafenis in mijn leven voor de deur. Eigenlijk de vierde, maar de begrafenis van mijn oma die 101 is geworden, tel ik niet mee. Daar was ik niet erg emotioneel over.

Anderhalf jaar geleden was de begrafenis van mijn zus. Te jong gestorven na een hele lange slopende ziekte. Ze hield tot het einde de moed erin, tenminste als er mensen bij waren. Zij woonde in Spanje, en ik moest daar naar toe om alles te regelen. Aan de ene kant was dat moeilijk en zwaar, aan de andere kant is het goed als je op zulke momenten iets belangrijks te doen hebt. Mijn zus heeft het aan zien komen en ze had zelf al erg veel geregeld. Toch viel het niet mee door de afstand, de taal, en de andere regelingen die er in een ander land gelden. Ze is gecremeerd en we hebben de as aan het strand in het zeewater gestrooid, dat was een uitdrukkelijke wens van haar. Ik heb de plek uitgezocht waar dat gebeurde en erop gelet dat de wind niet de verkeerde kant op kan waaien (!).

Daarvoor was een goede vriendin van mijn partner gestorven, ook na een ziekte. In Duitsland zijn er strengere regels, je mag de urn met de as niet zelf meenemen. De urn werd begraven bij een boom, daarvoor is in Duitsland een officiele benaming: "Baumbestattung". Dat is op speciale plekken toegestaan. Het was een mooie ceremonie en daarna was er de zogenaamde Trauerfeier. Een soort feestje, als je dat zo mag noemen. Ik heb er goede herinneringen aan.

Op zich zijn begrafenissen intensieve momenten waarop je de mensen beter leert kennen. Mensen zijn oprechter dan normaal in zulke situaties.

Nu wordt de vader van mijn partner begraven. Hij is een week geleden gestorven op 85-jarige leeftijd. Hij was tot een half jaar geleden nog kerngezond was en deed nog alles op de fiets. Toen kreeg hij echter een longenziekte (fibrose). De longenziekte zelf heeft hem waarschijnlijk niet de das om gedaan, maar hij is opgehouden met eten. Wat we ook probeerden, niets smaakte hem meer en niets kon hem motiveren om genoeg te eten. Uiteindelijk was hij zeer mager en is quasi aan zwakte gestorven. Bijzonder en mooi vind ik dat in de tijd dat hij ziek was, de relatie tussen mijn vriendin en haar vader beter is geworden. Ze hebben veel gepraat, tenminste in het begin toen hij minder zwak was. Hij was tot op het einde helder van geest en heeft bijvoorbeeld de dokter erop gewezen als die iets verkeerd had ingevuld op een formulier. Van het weekend waren we op de begraafplaats en hebben de plek bekeken waar het graf komt. Het "Hauptfriedhof" in Erfurt is reuzegroot en maakt een goede indruk, als een groot park met veel ruimte.

Wat ik er tot nu toe van geleerd heb is: Sterven hoort bij het leven, en als je het vedriet niet onderdrukt, kan het een belangrijke ervaring zijn.